Van ontwerp tot hergebruik: een volledig circulaire economie vereist samenwerking in de gehele keten

Geplaatst op 30 oktober 2024

Circulair ondernemen is niet langer een toekomstvisie, maar een beweging die volop in ontwikkeling is. Steeds meer bedrijven en overheidsinstellingen werken samen om producten en grondstoffen zo lang mogelijk in de cyclus te houden, met als doel verspilling te verminderen en duurzaamheid te bevorderen. Hoewel er al veel bereikt is, kent een volledig circulaire economie nog uitdagingen. Hoe betrekken we de hele keten actief bij circulaire initiatieven? Hoe verdelen we de financiële lasten op een eerlijke manier? En hoe zorgen we ervoor dat grondstoffen efficiënt blijven circuleren en duurzame producten hun weg naar de markt vinden, ondanks belemmerende wet- en regelgeving? Tijdens een tafelgesprek tussen acht betrokken sprekers werd stilgestaan bij de voortgang en de toekomstvisie op circulair ondernemen.

Duurzaamheid krijgt steeds meer prioriteit

“De energietransitie begint eindelijk bij bedrijven bovenaan het lijstje te staan, met inmiddels de helft van alle bedrijven die hier actief mee bezig is. Dat is een positieve ontwikkeling,” stelt Chris Lorist, portefeuillehouder Energie & Circulair bij VNO-NCW Midden, dat onderzoek deed naar de prioriteit van circulair ondernemen in het bedrijfsleven.

Jordi Portier van Piqet Development sluit zich daarbij aan: “Als circulair projectontwikkelaar zie ik dat circulariteit in de bouw steeds meer mainstream wordt, ondanks dat deze sector vrij traditioneel is. De manier waarop circulariteit in projecten wordt toegepast blijft vaak nog een zoektocht, gelukkig kunnen wij daar bijspringen.” Een mooi voorbeeld hiervan is de samenwerking tussen Piqet Development en Welling Bouw, waar in Doetinchem nu 18 woningen biobased worden gerealiseerd. “Wij hebben veel kennis over circulariteit en zij hebben veel kennis over de bouw. Zo ontstaan mooie lokale samenwerkingen.”

Koploper in circulair ondernemen is mogelijk wel DGA Altop Kunststoftechniek, vertegenwoordigt door directeur Chiel Berndsen, die vandaag aan tafel zit. “In essentie zijn wij gewoon een stel techneuten die mooie dingen maken,” vertelt hij nuchter. “Wij ontwikkelen duurzame technische installaties en zoeken actief naar lokale samenwerkingen. We hergebruiken producten of materialen die afgeschreven zijn en bieden dat via een soort marktplaats opnieuw aan. Ook het afval gebruiken we steeds meer. Afvalwater biedt bijvoorbeeld grote kansen – water is het nieuwe goud. Nu is het nog betaalbaar, maar dat gaat drastisch veranderen. We hebben een systeem ontwikkeld dat de bodemconditie van voetbalvelden op peil houdt, waarmee we ongeveer 70% aan energie en enorm veel water besparen. Maar er is nog een hele weg te gaan,” aldus Chiel.

De hele keten is verantwoordelijk, óók voor de financiering

Chris Lorist vindt dat we terug naar de tekentafel moeten. “Ondanks dat veel bedrijven de energietransitie hoog op de agenda hebben staan, geldt dat voor thema’s zoals water en grondstoffen slechts bij 10 procent van hen. We mogen niet vergeten dat 80 procent van de milieu-impact van een product al in de ontwerpfase wordt bepaald. Daarom is het cruciaal om producten vanaf het begin circulair te ontwerpen.”

Vooraan in de keten staat in ieder geval Teijin Aramid, dat duurzame aramidevezels levert. Als directeur duurzaamheid ziet Henrico Derks dat veel bedrijven wel interesse hebben in circulariteit, maar lang niet allemaal bereid zijn daar extra voor te betalen. “Eigenlijk ontzorgen wij de hele keten, alles wordt uit elkaar gehaald en verwerkt, toch wordt aan de achterkant verwacht dat wij ook de kosten dragen. Als pionier zijn wij bereid om te investeren, maar het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Er moet meer evenwicht komen, en als keten samen kijken naar wie welke kosten draagt.”

“Onze financiële systemen moeten ook circulair worden en afgestemd op afschrijvingen en looptijden,” stelt Nermina Kundic, wethouder van Arnhem. “Op dit moment zijn onze financiële systemen daar helaas nog niet op ingericht. Onze stad loopt voorop in Nederland als het gaat om circulariteit, en als gemeente doen we al behoorlijk veel. Maar los van de regelgeving, wat kunnen wij nog meer voor jullie betekenen? Wat zijn de ontbrekende schakels?”

“Er zijn al veel mooie initiatieven, zoals duurzame woningbouwprojecten, waterstofoplossingen en zonnepanelen, die inmiddels niet meer weg te denken zijn. Maar ik mis nog iemand in de energiewereld die écht de regie neemt. Als gemeente zou ik zeggen: hier is grond, bouw daar een energiehub,” zegt Chiel Berndsen. “Als gemeente kunnen we niet alles, maar ik ben het er wel mee eens dat er niet te veel regels moeten zijn rondom subsidies. Het is belangrijk dat we bijvoorbeeld CO2-neutrale projecten voorrang geven en durven investeren,” reageert Nermina.

Chris Lorist benadrukt de noodzaak voor versoepeling van wet- en regelgeving. “Met alleen de gemeentelijke fondsen gaan we het niet halen, ben ik bang. En netbeheerders mogen volgens de wet niet investeren in oplossingen voor het decentrale systeem. Dit betekent dat een hubsysteem niet door een netbeheerder gefinancierd kan worden, en daar ligt de systeemfout. Als een netbeheerder het netwerk wil uitbreiden, betaal je meer vastrecht, simpelweg omdat het een monopoliemarkt is. Daardoor betaal je extra, zodat zij kunnen investeren in het netwerk voor anderen. Dat klopt niet, vooral niet als je zelf een energiehub wilt bouwen en hen vraagt mee te investeren. Hun antwoord is dan: alleen als je ons een deel van jouw energie levert.”

“De wetgeving is in het verleden vooral opgesteld om te beschermen, met een sterke focus op economische mechanismen. Dit vormt nu de grootste belemmering voor innovatieve projecten,” stelt John Schraven, die met RTC Gelderland ondernemers op op basis van hun vraagstuk samenbrengt. “Wet- en regelgeving is natuurlijk niet per definitie slecht. Zo komt er binnenkort Europese wetgeving rond ESG en CSRD, die bedrijven verplicht om een materialiteitsanalyse te maken. Dit is een positieve stap richting een betere balans in de economie. Maar circulariteit draait niet alleen om economische waarden; het gaat om meervoudige waarden die we nog niet voldoende waarderen.”

Bewustwording is voor ieders belang

Volgens Carlien Verberne-van de Laak, programmamanager van het HAN BioCentre, spelen ook studenten een belangrijke rol binnen de keten, die al tijdens hun studie worden voorbereid op circulair ondernemen. “Hogescholen vervullen een cruciale rol in het opleiden van studenten en dragen zo bij aan de overgang naar een circulaire economie. Op de HAN hebben we bijvoorbeeld een laboratorium waar we biobased materialen ontwikkelen. Naast studenten van de laboratorium-opleidingen, worden hierbij studenten bouwkunde betrokken, bijvoorbeeld door schimmels te kweken die kunnen dienen als isolatiemateriaal. Of een ander project, ‘From Cotton to Colour,’ waarbij studenten katoen omzetten in kleurstoffen. Er zijn zoveel verschillende richtingen waarin we kunnen en moeten innoveren. Wij koppelen bedrijven met hun vraagstukken aan de studenten, en die nemen deze waardevolle kennis mee om tot innovatieve oplossingen te komen. We merken dat studenten echt geïnteresseerd zijn in circulariteit en biobased.”

Rik van Paassen, duurzaamheidsmanager bij Peeze, merkt dat de bewustwording onder zowel ondernemers als consumenten groeit. “Circulair ondernemen begint bij een intrinsieke motivatie om het anders en beter te doen. Als je die visie op de toekomst durft te delen en anderen daarin meeneemt, kan dat de steun van de juiste partners opleveren. De bewustwording onder consumenten neemt per generatie toe, maar voor hen is het nog steeds lastig om keuzes te maken door het overweldigende aanbod. Daarom ligt er ook een grote verantwoordelijkheid bij de producent. We moeten echt de stap zetten van eenmalig gebruik naar hergebruik.” Hij benadrukt dat de hele werkwijze van Peeze is ingestoken op hergebruik van materialen, duurzaam in de hele keten en een eerlijke prijs voor de koffieboeren.

Lokale netwerken als fundament voor circulaire ketensamenwerking

Bedrijven moeten intensief samenwerken om niet alleen producten en grondstoffen opnieuw te gebruiken, maar ook om ervoor te zorgen dat ze op de markt terechtkomen en hun waarde behouden. Chiel Berndsen benadrukt het belang van samenwerking om innovatieve oplossingen op de markt te brengen. “Hergebruik is één ding, maar het aan de markt brengen is een ander verhaal. Wij werken samen met andere lokale bedrijven die ons helpen om onze producten op de markt te krijgen. Bijvoorbeeld ons systeem voor het kweken van uien in landen waar dat normaal niet mogelijk is. Dankzij dit systeem besparen we enorm op transportkosten. Dit soort technologieën zorgen voor een grote verandering, maar die kun je niet alleen realiseren.”

Jordi Portier merkt dat aannemers tegen betaalbaarheidsproblemen aanlopen. “Zodra de restwaarde van circulaire materialen kan worden gekapitaliseerd, verandert het speelveld. Het gaat uiteindelijk om de levenscyclus en de maatschappelijke waarde van producten. Als je de waarde van materialen en grondstoffen over hun hele levenscyclus kunt analyseren en op verschillende schaalniveaus kunt bekijken, kom je pas echt tot de kern van samenwerking. Anders blijft er altijd één partij die de rekening betaalt, en als je voor- of achteraan in de keten zit, heb je pech.” Jordi benadrukt ook dat ketensamenwerking vraagt om gesprekken tussen alle schakels in de keten. “We moeten teruggaan naar de basis: de materialen en grondstoffen. Pas als we als hele keten de verantwoordelijkheid nemen, kunnen we echt stappen zetten.”

Nermina Kundic is bereid om lokale samenwerkingen tot stand te brengen. “Lokale ketens voor hergebruik van materialen en grondstoffen zijn in de breedte veel complexer dan ze lijken. Als gemeente zullen we in kaart brengen waar de grootste knelpunten zitten en waar we moeten inzoomen. We gaan onderzoeken welke ruimte bedrijven nodig hebben om circulaire initiatieven te ontwikkelen. We hebben elkaar hierbij heel hard nodig.” John Schraven roept de groep op om vertrouwen in elkaar te hebben. “We moeten het vertrouwen krijgen en geven om samen te werken. Wij bezoeken veel verschillende ondernemers en zullen hen koppelen aan relevante vraagstukken. Die verbindingen leiden tot successen.”

De transitie naar een volledig circulaire economie vraagt dus om nauwe samenwerking tussen bedrijven, overheden en andere betrokkenen binnen de keten. Van ontwerp tot hergebruik, iedere schakel moet verantwoordelijkheid nemen om ervoor te zorgen dat grondstoffen efficiënt blijven circuleren en duurzame producten hun weg naar de markt vinden. Een belangrijke uitdaging blijft de verantwoordelijkheid en financiering binnen de keten. Terwijl pioniers zoals Teijin Aramid, Koffiebranderij Peeze en Altop Kunststoftechniek laten zien hoe circulaire innovaties kunnen bijdragen aan duurzaamheid, stuiten veel bedrijven nog steeds op betaalbaarheidsproblemen en een gebrek aan betrokkenheid van alle schakels.

Zoals Chiel Berndsen opmerkt, is het hergebruiken van producten slechts de eerste stap. Het aan de markt brengen vereist partnerschappen binnen lokale netwerken om technologieën succesvol te implementeren en schaalbaar te maken. Jordi Portier benadrukt daarnaast dat de waarde van circulaire materialen echt zichtbaar wordt wanneer de hele levenscyclus wordt meegenomen in analyses, wat leidt tot eerlijke verdeling van kosten en verantwoordelijkheden. Pas dan is er een samenwerking in de gehele keten. «

Delen via

Heeft u interessant nieuws of een bijzonder verhaal?

Laat het ons weten via nieuwsberichten@kijkoparnhem-nijmegen.nl of via onze handige nieuwsmodule.

Nieuws aanleveren

Zoeken naar: