Wereldnieuws in de Lifeport-regio. Met The Key to Life lanceert Kracht Recruitment een platform dat innovatieve bedrijven in Tech, Health en Energy (THE) perfect matcht met technici die impact willen maken. Een ‘proven technology’ die de deur naar een betere wereld wagenwijd opent. Bedrijven, werknemers én de regio varen er wel bij. Sinds vorige maand is The Key To Life online.
The Key to Life is een vervolg op het vacatureplatform ‘Werken op IPKW’, dat sinds 2021 in de lucht is én scoort. Deze site is een samenwerkingsverband tussen Kracht Recruitment en IPKW (Industriepark Kleefse waard). Het industriepark aan de Westervoortsedijk in Arnhem is het domein van Kracht Recruitment en herbergt tientallen bedrijven en instellingen, die stuk voor stuk werken aan de energietransitie. Het vacatureplatform helpt ze bij het vinden van personeel en het maken van de juiste match. En hoe. Ondanks de schaarste aan technisch personeel kan Kracht Recruitment na bijna drie jaar indrukwekkende en klinkende cijfers overleggen: 10.000 ontvangen sollicitanten, 3.450 voorgestelde sollicitanten, 1.000 sollicitatiegesprekken en 155 plaatsingen. Directeur Wieger Willems: “Elke match draagt bij aan een betere, duurzamere en gezondere toekomst.”
Met de vertaling van het succesvolle platform naar Lifeport, het innovatienetwerk op het gebied van Tech, Health en Energy in Arnhem-Nijmegen zet Kracht Recruitment deze doelstelling nog meer kracht en reikwijdte bij. Hij vervolgt: “Tech, Health en Energy zet nadrukkelijk in op groei van bedrijven in de energiesector, vernieuwende medische techniek en high tech. Het aantrekken van goed opgeleide en ervaren technici is cruciaal om deze doelstellingen te realiseren. In een tijd waarin technisch personeel zo verschrikkelijk schaars is, biedt The Key To Life hiervoor de sleutel.”
Zingeving
Consultant Sanne Pas verklaart het succes en de doeltreffendheid van het concept. “Wij bieden zoveel meer dan een simpele vacaturewebsite, waarop bedrijven gratis hun vacatures kunnen plaatsen. The Key To Life is uitsluitend bedoeld voor organisaties in de sectoren Tech, Health en Energy die een positieve impact maken op de wereld. Wij merken dat er een generatie technici aankomt, voor wie geld, ambitie en zingeving hand in hand gaan. Ook kandidaten die wij al bij bedrijven hebben geplaatst geven aan dat de nieuwe baan beter bij ze past. Dat gevoel geldt tevens voor ons. Met alle wereldproblemen die er zijn, zijn we ons veel bewuster geworden van de noodzaak dat het anders moet. The Key To Life is de sleutel om gemotiveerde werkzoekenden te koppelen aan bedrijven die écht impact maken op een betere wereld.”
Ervaren marketeers en recruiters
Naast de unieke positionering voegt Kracht Recruitment ervaren marketeers en recruiters aan The Key To Life toe. De site is gelinkt aan 35 andere websites. In combinatie met advertentiecampagnes en een sterk geïnnoveerd online marketingapparaat wordt zo de zichtbaarheid van de bedrijven en hun vacatures gigantisch vergroot, geheel kosteloos.
Sanne Pas: “Daarnaast zetten we Ai in om de kandidatenselectie te optimaliseren. Cv’s worden sneller gescreend. Dat helpt om efficiënter te werken en zo hebben we meer tijd voor de warme contacten. Wij ontvangen de sollicitanten, we gaan het gesprek aan en bedrijven krijgen van ons een selectie van de beste kandidaten.” Wieger Willems benadrukt: “Wat wij doen is uniek. Er bestaat geen vacaturewebsite met mensen erachter die ervoor zorgen dat kandidaten op de juiste plek terecht komen. We werken vanuit een hechte community en hebben een hoge betrokkenheid bij de bedrijven. We weten vaak de behoeftes van bedrijven, voordat de vacature is geschreven. Hierdoor wordt er veel tijd en energie bespaard.”
Talentpools
Juist een afwijzing kan het begin van iets heel moois zijn, is de ervaring van Sanne Pas. “Wij hebben een gigantische talentpool opgebouwd van mensen die allemaal een bijdrage willen leveren aan de energietransitie. Wij zien en kennen een sollicitant. Volgt er een afwijzing, dan blijven ze in beeld. Sollicitanten weten vaak niet zeker welk bedrijf wel goed bij hen past. Wij kennen de bedrijven goed, komen er over de vloer en kennen hun cultuur. Zo zien wij potentiële matches die een bedrijf zelf nooit zou kunnen maken. Maar liefst 70% van de matches die we op Industriepark Kleefse Waard hebben gemaakt zijn voortgekomen uit de talentpools die we hebben opgebouwd. Bedrijven hebben nieuwe medewerkers aan kunnen nemen, doordat wij zien waar kandidaten nóg beter passen. Hierdoor krijgen we veel betere matches en profiteren de bedrijven die deelnemen aan het platform van elkaars kandidaten. Kortom een win-win situatie, waarin bedrijven die impact willen maken ook elkaar versterken.”
30 tot 40% goedkoper
Iedereen die meedoet aan Key To Life krijgt direct toegang tot de grote pool van sollicitanten van de community. Een bedrijf betaalt niets totdat iemand via het platform wordt aangenomen. “We zijn 30 tot 40% goedkoper dan ieder gemiddeld bemiddelingsbureau”, aldus Wieger Willems. Een treffend voorbeeld is Deftpower. Een AI ondersteund SaaS platform dat alles biedt om EV-laden te integreren. Het personeelsbestand van Deftpower is de afgelopen twee jaar met 145% gegroeid. The Key To Life heeft geholpen met ruim 1.200 sollicitaties, 375 voorgestelde kandidaten en 150 sollicitatiegesprekken. Dat heeft geresulteerd in 15 nieuwe collega’s en een besparing van ruim een ton. «
In de moderne werkplaats is de inzet van technologie een onmisbare partner geworden. Een uitstekend voorbeeld hiervan is een operator support systeem. Dit is een interactieve werktafel. Een beamer projecteert instructies op het werkvlak. Een sensor zorgt, door middel van detectie, voor extra informatie en voert controle uit op de juiste handelingen. Bijvoorbeeld voorraadbakjes die groen oplichten zodat de werknemer weet wat die moet pakken.
Een toegankelijke toekomst
Medewerkers die moeite hebben met het aanleren van (complexe taken) en het onthouden van bijvoorbeeld volgordes kunnen hierdoor werkzaamheden zelfstandiger uitvoeren. Dit heeft vooral voor mensen met een cognitieve en/of psychosociale beperking veel potentie. De technologie helpt bij het uitvoeren van werkzaamheden. Het maakt moeilijk werk makkelijker. Het zorgt ook voor een goede kwaliteit.
De beamer-werkinstructie maakt de werkomgeving toegankelijker voor een grotere groep werkzoekenden. Met deze vorm van geprojecteerde werkinstructies kun je iedereen inzetten. Onderzoek laat zien dat mensen boven verwachting presteren met deze digitale werkinstructies.
Voordelen van de technologie
Meer mensen inzetbaar voor moeilijker taken
Leertijd en inwerktijd wordt korter
Zelfstandiger werken
Foutloos werken
Meer zelfvertrouwen voor de medewerkers
Implementatie bij Itho Daalderop
Bij Itho Daalderop wordt de Beamer-werkinstructie ingezet om het inpakproces van onderdelensets te verbeteren. Deze sets bevatten diverse kleine onderdelen zoals bouten, moeren en pluggen. Het correct tellen en verpakken van deze onderdelen is cruciaal, maar is foutgevoelig. De Beamer-werkinstructies, met een geïntegreerde weegschaal, helpen de medewerkers hierbij. Door visuele aanwijzingen te geven en het gewicht van de onderdelen te controleren, kunnen we de goede aantallen garanderen.
De medewerkers van Itho Daalderop hebben positief gereageerd op de nieuwe werkinstructies. Richard van Gelder, verantwoordelijk voor productie en logistiek bij Itho Daalderop, merkt op dat de technologie niet alleen de kwaliteit heeft verbeterd. Maar ook het zelfvertrouwen van de medewerkers heeft vergroot.
“Dat kunnen we beter faciliteren met de nieuwe technieken die nu beschikbaar zijn. Zo laten we mensen onderdelen verpakken met behulp projectietechnologie. Een beamer projecteert op een werkblad het onderdeel dat de werknemer moet pakken. De lampen geven aan of het goed gaat en wat de volgende handeling is. Dit in combinatie met een controlemodel, zoals het wegen van de materialen, is het grootste voordeel van deze werkinstructie. Zodat dat alle medewerkers setjes kunnen maken die 100 procent compleet zijn. En niet één schroefje te veel of te weinig bevat. Want, wie dit werk ook doet zonder beamerinstructie sluipt er altijd wel een foutje in.”
Technologie & Inclusie maakt moeilijk werk makkelijk
Door innovatieve oplossingen te omarmen, kunnen bedrijven niet alleen hun productiviteit verhogen. Maar dit heeft ook een positief gevolg op de medewerkers.
Het operator support systeem is onderdeel van het programma technologie & Inclusie van Werkzaak. Waarmee Werkzaak moeilijk werk makkelijker maakt zodat meer mensen aan het werk kunnen. Alle technologieën die we onderzoeken vind je op
Mbo beroepsopleider ROC Nijmegen draagt waar dat kan bij aan de energietransitie. Samen met onder andere bedrijven uit de bouw- en installatiewereld werkt het ROC aan praktische oplossingen. Folkert Potze, directeur Techniek bij ROC Nijmegen, schetst de context en de stappen die worden gezet om de transitie te ondersteunen.
“Het zit in ons DNA als beroepsopleiders om in samenwerking te komen tot praktische, werkbare oplossingen voor problemen waar de arbeidsmarkt mee kampt, en afgeleid daarvan ook de samenleving. De energietransitie is een van die thema’s”, aldus Potze.
“De energietransitie is een onvoorstelbaar omvangrijke en ingewikkelde klus. En dat heeft een aantal redenen. Er zijn veel partijen bij betrokken en hun belangen stroken niet altijd met elkaar. De bestaande wet- en regelgeving is niet op alle aspecten van de transitie toegesneden. De aanwezige energie infrastructuur conflicteert fysiek met nieuwe technologie die de transitie draagt en dan is die techniek ook nog eens voortdurend in ontwikkeling.”
“In alle technische opleidingen die ROC Nijmegen biedt speelt duurzaamheid een steeds grotere rol. Onze studenten omarmen nieuwe technologische ontwikkelingen. Binnen de elektrotechniek zitten we bijvoorbeeld volop in de overgang van handmatige naar semi-geautomatiseerde concepten, waarbij technische installaties continu verbonden zijn met het internet. Via IoT (Internet of Things) worden productieprocessen, producten en energiestromen duurzamer.”
Permanent ontwikkelen
“Alles tegelijk aanpakken en oplossen is een illusie. Daarom maken bedrijven en ook wij als opleiders een keuze die bijdraagt aan een deel van de oplossing. We hebben als ROC Nijmegen 62 verschillende technische opleidingen in huis. Dat is geen statisch gegeven, want techniek ontwikkelt zich permanent en dus ook de arbeidsmarkt van technische beroepen. Om die markt zo goed mogelijk te bedienen maken we keuzes in overleg en met ondersteuning van werkgevers in onze regio. Zij hebben de mensen nodig die wij opleiden, wij hebben de werkgevers nodig om onze studenten optimaal te laten kennismaken met hun beroep.”
“We zorgen op verschillende manieren dat ons opleidingscurriculum inhaakt op de veranderingen in de buitenwereld en op de arbeidsmarkt. Dat doen we voor onze reguliere studenten en ook steeds meer voor volwassen. Zo bieden we met Move to Match, samen met Rijn IJssel en werkgevers uit de regio, om- her- en bijscholing via leerwerktrajecten op maat voor volwassenen. Voor onze reguliere studenten bieden we opleidingsmodules naast het al bestaande opleidingstraject. Het houdt in dat ongeveer 80 procent van de opleiding vastligt in een algemeen vakinhoudelijk curriculum, de overige 20 procent is vrij te kiezen maatwerk. In alle gevallen behalen mensen die door ons worden opgeleid een erkende kwalificatie in de vorm van een diploma, certificaten en/of deelcertificaten.”
“Deze insteek hanteren we ook bij het inspelen op de vraag naar beroepskrachten in de techniek die direct raakt aan de energietransitie. Denk met name aan bouw-, installatie- en elektrotechnische opleidingen. We leiden, samen met de techniekbedrijven, een recordaantal timmerlieden, schilders, elektro- en installatiemonteurs op. Dat klinkt misschien tegenstrijdig omdat landelijk het aantal mbo studenten afneemt, maar deze opleidingen groeien.”
Nieuwe opleidingsmodules
“We leiden mensen van alle leeftijden op. Zeker ook voor de meest significante vraagstukken rond de energietransitie. We hebben twee nieuwe opleidingsmodules vormgegeven; airco- en waterpomptechniek. Deze modules zijn inmiddels landelijk gecertificeerd. Dat laatste was een harde voorwaarde om te starten, omdat de mensen die we opleiden straks overal aan de slag moeten kunnen, omdat werkgevers hun kennis en vaardigheid erkennen.”
Samen met onder andere Groenvermogen.nl verkent ROC Nijmegen of en hoe een opleidingsmodule waterstof kan worden ontwikkeld. Steeds meer bedrijven verkennen waterstof als energiebron. Potze verwacht dat in de industrie waterstof op termijn belangrijk wordt als groene brandstof, daar wil ROC Nijmegen ondernemers vroegtijdig in faciliteren door het opleiden van vakkrachten op dit gebied.
“Daarnaast denken we er samen met opleidingspartner Rijn IJssel en The Economic Board over om voor de regio Arnhem-Nijmegen een Practoraat Energietransitie op te zetten. Met het opzetten van practoraten hebben we al jaren ervaring. Met een practoraat kunnen we, door de directe koppeling tussen bedrijven en praktijkgericht onderzoek vanuit het mbo, innovatie versnellen. Het testen en toepassen van nieuwe dingen in nauwe samenwerking tussen studenten, docenten en bedrijven betekent dat snel duidelijk wordt of iets werkt. En als het dat doet kun je het snel implementeren.”
Potze schakelt tot besluit nog even over op een ‘hoger niveau’: “De energietransitie is complexe materie. Wat zou helpen is dat de landelijke overheid een duidelijke visie formuleert en deze ook faciliteert door bijvoorbeeld wet- en regelgeving. Wij blijven als mbo-opleider, in nauwe samenspraak met andere onderwijsinstellingen en bedrijven in de regio, het pad van innovatie en verduurzaming volgen en praktisch inhoud geven.” «
Het glastuinbouwgebied NEXTgarden in Lingewaard krijgt €600.000 subsidie via de Regio Deal. Deze financiële bijdrage helpt de gemeente en ondernemers bij het realiseren van hun toekomstplannen. Het doel is om NEXTgarden in 2030 het eerste energieproducerende glastuinbouwgebied van Nederland te maken.
Wethouder Maarten van den Bos, verantwoordelijk voor duurzaamheid, benadrukt dat deze bijdrage het resultaat is van de sterke samenwerking in de regio. “De glastuinbouw in Lingewaard heeft zich de afgelopen jaren goed ontwikkeld, met veel innovatieve en duurzame projecten. Deze subsidie is een beloning voor de inspanningen en de samenwerking binnen de sector,” aldus Van den Bos.
Regio Deal
De Regio Deal is een samenwerking tussen de rijksoverheid en regionale overheden om belangrijke uitdagingen in Nederland aan te pakken. Het kabinet heeft hiervoor miljoenen euro’s gereserveerd voor de periode 2024-2026. De subsidie voor NEXTgarden komt uit de Regio Deal voor de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen, waar Lingewaard deel van uitmaakt.
Energieneutraal in 2030
Jurgen ten Brink, coördinator van NEXTgarden bij de gemeente Lingewaard, ziet de subsidie als een erkenning van het harde werk dat is verricht. Hij legt uit dat de samenwerking tussen ondernemers, overheden, kennisinstellingen en andere organisaties gericht is op een duurzame toekomst. Een belangrijk speerpunt is de energievoorziening. “De bedrijven in het gebied willen in 2030 energieneutraal zijn en daarnaast energie leveren aan woningen,” vertelt Ten Brink.
In 2022 hebben de betrokken partijen een overeenkomst getekend waarin zij hun persoonlijke en gezamenlijke doelen vastlegden. Dankzij de subsidie kunnen deze plannen de komende jaren uitgevoerd worden. Naast energieneutraliteit richten de ondernemers zich ook op bijvoorbeeld door de uitbreiding van het warmtenet de groeiende vraag naar duurzaam geteelde producten, zoals bloemen, planten, groenten en fruit.
Innovatie en samenwerking
NEXTgarden behoort tot de beste glastuinbouwgebieden van Nederland. Het gebied kent veel familiebedrijven die al generaties lang actief zijn in de sector. Volgens Ten Brink zien veel ondernemers nu kansen om nieuwe producten en werkprocessen te koppelen aan duurzaamheid. “Innoveren is belangrijk om te overleven, vooral door veranderende regels en de hoge energieprijzen.”
Wethouder Nick Hubers benadrukt dat samenwerking de sleutel is tot succes. “Er is een sterke samenwerking tussen de bedrijven, kennisinstellingen, overheden en andere organisaties in de regio. Dit zorgt voor ruimte voor experimenten en innovaties in de glastuinbouw.”
Toekomstplannen
Volgens Ten Brink is het belangrijk om groot te dromen, maar klein te beginnen. “Op die manier zijn we zichtbaar en geloofwaardig. We willen ook een permanente plek creëren waar we onze verschillende projecten kunnen tonen, zoals de energietransitie, maar ook veranderingen op het gebied van ruimte, voedsel en sociale aspecten.”
Met een vastgesteld budget van bijna 2,5 miljoen euro kan NEXTgarden haar ambities waarmaken. De bijdrage van de Regio Deal maakt het mogelijk om belangrijke stappen te zetten in de regio.
De Nijmeegse bedrijven Mijnbuurtje.nl en Bakkerij Koekkoek zijn de grote winnaars van de Impact Awards van de gemeente Nijmegen. De awards werden donderdagavond 31 oktober uitgereikt tijdens de grote netwerk- en inspiratiesessie rondom de Economische Visie in de Vasim. De prijzen zijn bedoeld voor Nijmeegse organisaties die met hun activiteiten bijdragen aan een duurzame, sociale of eerlijkere samenleving.
Naast Mijnbuurtje.nl en Bakkerij Koekkoek waren ook Microcosmos, Orga Architect en Tuka Coffee Roasters genomineerd voor een finaleplek. Er waren een juryprijs en een publieksprijs te vergeven. Bij beide prijzen kregen de winnaars 5.000 euro om in hun organisatie te investeren. De jury bestond uit wethouder John Brom, Mireille Hopman (TriUnity) en Bart Doorneweert (Ondernemerslab, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen).
Winnaar Juryprijs
De jury koos Mijnbuurtje.nl als winnaar voor de juryprijs. Mijnbuurtje.nl is een online platform dat bewoners binnen een wijk met elkaar verbindt. Inmiddels zijn zij in meer dan 90 gemeenten door heel Nederland actief. Naast het online verbinden op hun platformen (die vaak een andere, lokale naam hebben) leidt Mijnbuurtje.nl ook bewoners tot buurtverbinders op. De jury was onder de indruk van de sociale verbinding die op lokaal niveau al op vele plekken in heel Nederland wordt gemaakt en benadrukte het belang hiervan voor de samenleving.
Winnaar Publieksprijs
Bakkerij Koekkoek kreeg van alle initiatieven de meeste publieksstemmen en kwam als winnaar uit de bus voor de publieksprijs. Bakkerij KoekKoek is een banketbakkerij, opgericht voor jongeren met een psychiatrische kwetsbaarheid en een afstand tot de arbeidsmarkt. Door te leren bakken en in de winkel te staan, leren de jongeren basiswerkvaardigheden aan zoals een planning maken, op tijd aanwezig zijn en met feedback om leren gaan.
Nooteboom Trailers is een gerenommeerd familiebedrijf, gespecialiseerd in het ontwerpen, bouwen en onderhouden van trailers voor uitzonderlijk transport. Verantwoordelijkheid en betrokkenheid bij het bedrijf staan er hoog aangeschreven.
Algemeen directeur Marinka Nooteboom van de Koninklijke Nooteboom Group is de vijfde generatie aan het roer en de eerste vrouwelijke directeur. Wat ooit begon als een smederij groeide in de loop van de jaren uit tot een internationaal bedrijf met 500 mensen in dienst.
Nooteboom ontwerpt en bouwt de hoogste kwaliteit trailers met een draagvermogen van 20 tot 200 ton. Dat zijn aanhangwagens, semi-diepladers, vlakke trailers, diepladers en specials. Allemaal ‘getrokken materiaal’. In de wereld van het uitzonderlijk transport is Nooteboom in Europa een begrip. Het bedrijf levert trailers in 90 landen, tevens biedt Nooteboom services in onderdelen, revisie van trailers en de in- en verkoop van gebruikte trailers.
Saamhorigheid
Gevraagd naar de motor achter de kracht van het bedrijf antwoord Nooteboom onomwonden: “De medewerkers zijn de basis van ons succes. We hebben loyale medewerkers en dat heeft volgens mij te maken met het gegeven dat we een platte organisatie zijn met korte lijnen. We vragen vakmanschap van onze mensen en daarvoor krijgen ze alle erkenning in de vorm van vrijheid en verantwoordelijkheid in hun werk. Onze ervaring is dat de mensen dat enorm waarderen, omdat ze gezien worden om wie ze zijn en wat ze kunnen. Daarnaast vinden ze het mooi dat ons bedrijf uitzonderlijke producten maakt waar zij een onmisbaar aandeel in hebben. Bovendien kun je die producten overal op de weg tegenkomen. Dat alles smeed saamhorigheid.”
Maatwerk
De trailers die Nooteboom ontwerpt en maakt zijn tot in de details op maat gemaakt voor uitzonderlijke transporten. “In ons bedrijf vind je geen werk aan de lopende band. Onze mensen werken in kleine teams aan delen van de trailer. Als je er plezier in hebt op deze manier te werken kun je in ons bedrijf je hart ophalen en je vakkennis uitleven. Elke trailer die we bouwen wordt vanaf het ontwerp voor een specifiek type transport geschikt gemaakt. Dat is uitdagend en verantwoordelijk werk, want alles moet kloppen. Elke innovatie van een trailer wordt dan ook uitvoerig getest, in ons eigen testcentrum en bij de RDW, die de uiteindelijke ‘maatwerkvergunning’ moet verlenen om de weg op te kunnen.”
Werving
De medewerkers fungeren ook als ambassadeurs van het bedrijf. “Ze dragen vrienden en familieleden aan om bij ons te werken. We hebben een divers samengesteld personeelsbestand wat betreft herkomstlanden, er werken bij ons onder andere Nederlanders, Duitsers, Polen, Engelsen, Fransen en Roemenen. De voertalen op de werkvloer zijn voornamelijk Nederlands, Duits en Engels. Het levert in de onderlinge communicatie geen problemen op.”
De krappe arbeidsmarkt voor technische beroepen speelt ook Nooteboom parten. “We hebben groeiambities dus de kunst is bestaande medewerkers te behouden en nieuwe te vinden en binden. De grote uitdaging ligt op het werven van jong technisch talent. We hebben van oudsher goede contacten met mbo, hbo en wo opleidingen in de regio. Als erkend leerbedrijf zijn er voortdurend mbo, hbo en wo stagiairs actief in ons bedrijf. Een deel daarvan kunnen we vasthouden na hun studie.”
“Daarnaast werken we met andere techniekbedrijven in Wijchen samen in SPARK!, een initiatief om middelbare scholieren praktisch kennis te laten maken met en te enthousiasmeren voor een baan in de techniek. Tevens participeren we met andere bedrijven in het ACE Mobility netwerk. Dit kenniscentrum is opgericht door de automotive opleidingen van de HAN University of Applied Sciences en Fontys Hogeschool. We zetten ons samen in voor het ontwikkelen van innovatieve en duurzame mobiliteitsoplossingen.”
“Tweemaandelijks organiseren we open middagen en avonden om medewerkers te werven. We presenteren dan ons bedrijf en de bezoekers krijgen een rondleiding zodat ze een goed beeld krijgen van het werk en de sfeer.”
Om de personeelskrapte op te vangen automatiseert Nooteboom waar dat in de productie mogelijk is. “Denk aan de inzet van robots bij het lassen en lasersnijmachines voor het bewerken van plaatmaterialen. Voor het overige blijft onze productie maatwerk en handwerk met de nadruk op vakmanschap. Overigens hoeven mensen als ze bij ons bedrijf binnenkomen niet alles te kunnen, de fijne kneepjes van het vak leer je al werkend.”
Duurzaamheidsslag
“Bij goed werkgeverschap hoort ook dat onze mensen op een arbo-technisch verantwoorde manier hun werk kunnen doen in een veilige en prettige omgeving. Momenteel ronden we een eerste grote verbouwing inclusief zonnepanelen af die tevens een duurzaamheidsslag is. De komende tijd gaan we gefaseerd alle productieruimtes verduurzamen, er komen nieuwe vloeren, led verlichting en een nieuwe duurzame klimaatbeheersing.
“Zoals gezegd, onze medewerkers bepalen ons succes als bedrijf”, besluit Nooteboom. “De lat ligt hoog bij team Nooteboom. Maar ook de voldoening over de mooie producten die we samen maken is groot. Dat evenwicht is belangrijk.” «
Teijin Aramid, wereldleider in de productie van hoogwaardige aramidevezels, heeft duurzaamheid in haar DNA verweven. Dagelijks bouwt het bedrijf aan de toekomst van morgen. De bouwstenen: het product zelf, de productieprocessen, samenwerking in de keten, de inzetbaarheid van personeel en de organisatie. Henrico Derks, director sustainability: “Ons doel is een volledig circulaire aramideketen.”
Teijin Aramid maakt onder de merknamen Twaron®, Teijinconex® en Technora® aramidevezels, vanuit onder meer Arnhem, Emmen en Delfzijl. In Arnhem bivakkeren ook het hoofdkantoor en het Research en Innovation Center. De vezels maken een breed scala aan toepassingen over de hele wereld sterker, veiliger, duurzamer en lichter: van autobanden tot luchtvrachtcontainers en beschermende kleding. Derks: “Een groot aantal van deze toepassingen is dankzij onze vezels lichter en gaat langer mee. Wij maken materialen waarmee onze partners hun duurzaamheidsambities kunnen waarmaken.”
Teijin Aramid zet binnen én buiten de muren maximaal in op het verkleinen van de CO2-voetafdruk. Het bedrijf investeert in schone technologie en innovaties om het energieverbruik tijdens de productieprocessen te verminderen. En alle productie van Twaron® draait inmiddels op elektriciteit uit hernieuwbare bronnen.
Nieuwe stippen aan de horizon: producten maken op basis van hernieuwbare grondstoffen in plaats van fossiele koolstof en het opzetten van circulaire ketens. Derks: “We willen een switch maken naar grondstoffen uit biomassa of circulair gegenereerde grondstoffen. Die mogelijkheden zijn we samen met klanten en andere ketenpartners volop aan het verkennen. Volgend jaar hopen we daar grote stappen in gemaakt te hebben.”
Het is duidelijk: de verantwoordelijkheid voor een betere wereld stopt niet bij levering van de vezels aan de klant. Het realiseren van circulaire loops heeft hoge prioriteit. “We willen niet dat aan de achterkant in de keten materialen in de grond verdwijnen. Aan het einde van de levenscyclus staan wij daarom klaar om mee te denken hoe we gebruikte aramidevezels in de verschillende toepassingen terug kunnen winnen.”
Deze toepassingen aan het einde van de levenscyclus worden via verschillende routes gerecycled. Op mechanische en fysische wijze en straks ook op chemische wijze. In dat laatste geval worden de bouwstenen (monomeren) van de aramidevezels weer teruggewonnen en ingezet om nieuwe vezels van te maken.”
Het streven naar duurzaamheid vertaalt zich óók op menselijk vlak en in de organisatie. Groene arbeidsvoorwaarden zoals een leven lang leren, een groenbudget voor thuis, ergonomische werkplekken en inclusie zijn de normaalste zaak van de wereld bij Teijin Aramid.
Dankzij de combinatie van zijn persoonlijke drive om een positieve impact te maken en de duurzaamheidsambities van het bedrijf voelt Henrico Derks zich helemaal thuis als director sustainability bij Teijin Aramid. “Ik hoor van nieuwe medewerkers dat ze voor ons kiezen vanwege onze inzet voor duurzaamheid. Ze werken graag mee aan oplossingen om de wereld groener te maken.” «
Circulair ondernemen is niet langer een toekomstvisie, maar een beweging die volop in ontwikkeling is. Steeds meer bedrijven en overheidsinstellingen werken samen om producten en grondstoffen zo lang mogelijk in de cyclus te houden, met als doel verspilling te verminderen en duurzaamheid te bevorderen. Hoewel er al veel bereikt is, kent een volledig circulaire economie nog uitdagingen. Hoe betrekken we de hele keten actief bij circulaire initiatieven? Hoe verdelen we de financiële lasten op een eerlijke manier? En hoe zorgen we ervoor dat grondstoffen efficiënt blijven circuleren en duurzame producten hun weg naar de markt vinden, ondanks belemmerende wet- en regelgeving? Tijdens een tafelgesprek tussen acht betrokken sprekers werd stilgestaan bij de voortgang en de toekomstvisie op circulair ondernemen.
Duurzaamheid krijgt steeds meer prioriteit
“De energietransitie begint eindelijk bij bedrijven bovenaan het lijstje te staan, met inmiddels de helft van alle bedrijven die hier actief mee bezig is. Dat is een positieve ontwikkeling,” stelt Chris Lorist, portefeuillehouder Energie & Circulair bij VNO-NCW Midden, dat onderzoek deed naar de prioriteit van circulair ondernemen in het bedrijfsleven.
Jordi Portier van Piqet Development sluit zich daarbij aan: “Als circulair projectontwikkelaar zie ik dat circulariteit in de bouw steeds meer mainstream wordt, ondanks dat deze sector vrij traditioneel is. De manier waarop circulariteit in projecten wordt toegepast blijft vaak nog een zoektocht, gelukkig kunnen wij daar bijspringen.” Een mooi voorbeeld hiervan is de samenwerking tussen Piqet Development en Welling Bouw, waar in Doetinchem nu 18 woningen biobased worden gerealiseerd. “Wij hebben veel kennis over circulariteit en zij hebben veel kennis over de bouw. Zo ontstaan mooie lokale samenwerkingen.”
Koploper in circulair ondernemen is mogelijk wel DGA Altop Kunststoftechniek, vertegenwoordigt door directeur Chiel Berndsen, die vandaag aan tafel zit. “In essentie zijn wij gewoon een stel techneuten die mooie dingen maken,” vertelt hij nuchter. “Wij ontwikkelen duurzame technische installaties en zoeken actief naar lokale samenwerkingen. We hergebruiken producten of materialen die afgeschreven zijn en bieden dat via een soort marktplaats opnieuw aan. Ook het afval gebruiken we steeds meer. Afvalwater biedt bijvoorbeeld grote kansen – water is het nieuwe goud. Nu is het nog betaalbaar, maar dat gaat drastisch veranderen. We hebben een systeem ontwikkeld dat de bodemconditie van voetbalvelden op peil houdt, waarmee we ongeveer 70% aan energie en enorm veel water besparen. Maar er is nog een hele weg te gaan,” aldus Chiel.
De hele keten is verantwoordelijk, óók voor de financiering
Chris Lorist vindt dat we terug naar de tekentafel moeten. “Ondanks dat veel bedrijven de energietransitie hoog op de agenda hebben staan, geldt dat voor thema’s zoals water en grondstoffen slechts bij 10 procent van hen. We mogen niet vergeten dat 80 procent van de milieu-impact van een product al in de ontwerpfase wordt bepaald. Daarom is het cruciaal om producten vanaf het begin circulair te ontwerpen.”
Vooraan in de keten staat in ieder geval Teijin Aramid, dat duurzame aramidevezels levert. Als directeur duurzaamheid ziet Henrico Derks dat veel bedrijven wel interesse hebben in circulariteit, maar lang niet allemaal bereid zijn daar extra voor te betalen. “Eigenlijk ontzorgen wij de hele keten, alles wordt uit elkaar gehaald en verwerkt, toch wordt aan de achterkant verwacht dat wij ook de kosten dragen. Als pionier zijn wij bereid om te investeren, maar het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Er moet meer evenwicht komen, en als keten samen kijken naar wie welke kosten draagt.”
“Onze financiële systemen moeten ook circulair worden en afgestemd op afschrijvingen en looptijden,” stelt Nermina Kundic, wethouder van Arnhem. “Op dit moment zijn onze financiële systemen daar helaas nog niet op ingericht. Onze stad loopt voorop in Nederland als het gaat om circulariteit, en als gemeente doen we al behoorlijk veel. Maar los van de regelgeving, wat kunnen wij nog meer voor jullie betekenen? Wat zijn de ontbrekende schakels?”
“Er zijn al veel mooie initiatieven, zoals duurzame woningbouwprojecten, waterstofoplossingen en zonnepanelen, die inmiddels niet meer weg te denken zijn. Maar ik mis nog iemand in de energiewereld die écht de regie neemt. Als gemeente zou ik zeggen: hier is grond, bouw daar een energiehub,” zegt Chiel Berndsen. “Als gemeente kunnen we niet alles, maar ik ben het er wel mee eens dat er niet te veel regels moeten zijn rondom subsidies. Het is belangrijk dat we bijvoorbeeld CO2-neutrale projecten voorrang geven en durven investeren,” reageert Nermina.
Chris Lorist benadrukt de noodzaak voor versoepeling van wet- en regelgeving. “Met alleen de gemeentelijke fondsen gaan we het niet halen, ben ik bang. En netbeheerders mogen volgens de wet niet investeren in oplossingen voor het decentrale systeem. Dit betekent dat een hubsysteem niet door een netbeheerder gefinancierd kan worden, en daar ligt de systeemfout. Als een netbeheerder het netwerk wil uitbreiden, betaal je meer vastrecht, simpelweg omdat het een monopoliemarkt is. Daardoor betaal je extra, zodat zij kunnen investeren in het netwerk voor anderen. Dat klopt niet, vooral niet als je zelf een energiehub wilt bouwen en hen vraagt mee te investeren. Hun antwoord is dan: alleen als je ons een deel van jouw energie levert.”
“De wetgeving is in het verleden vooral opgesteld om te beschermen, met een sterke focus op economische mechanismen. Dit vormt nu de grootste belemmering voor innovatieve projecten,” stelt John Schraven, die met RTC Gelderland ondernemers op op basis van hun vraagstuk samenbrengt. “Wet- en regelgeving is natuurlijk niet per definitie slecht. Zo komt er binnenkort Europese wetgeving rond ESG en CSRD, die bedrijven verplicht om een materialiteitsanalyse te maken. Dit is een positieve stap richting een betere balans in de economie. Maar circulariteit draait niet alleen om economische waarden; het gaat om meervoudige waarden die we nog niet voldoende waarderen.”
Bewustwording is voor ieders belang
Volgens Carlien Verberne-van de Laak, programmamanager van het HAN BioCentre, spelen ook studenten een belangrijke rol binnen de keten, die al tijdens hun studie worden voorbereid op circulair ondernemen. “Hogescholen vervullen een cruciale rol in het opleiden van studenten en dragen zo bij aan de overgang naar een circulaire economie. Op de HAN hebben we bijvoorbeeld een laboratorium waar we biobased materialen ontwikkelen. Naast studenten van de laboratorium-opleidingen, worden hierbij studenten bouwkunde betrokken, bijvoorbeeld door schimmels te kweken die kunnen dienen als isolatiemateriaal. Of een ander project, ‘From Cotton to Colour,’ waarbij studenten katoen omzetten in kleurstoffen. Er zijn zoveel verschillende richtingen waarin we kunnen en moeten innoveren. Wij koppelen bedrijven met hun vraagstukken aan de studenten, en die nemen deze waardevolle kennis mee om tot innovatieve oplossingen te komen. We merken dat studenten echt geïnteresseerd zijn in circulariteit en biobased.”
Rik van Paassen, duurzaamheidsmanager bij Peeze, merkt dat de bewustwording onder zowel ondernemers als consumenten groeit. “Circulair ondernemen begint bij een intrinsieke motivatie om het anders en beter te doen. Als je die visie op de toekomst durft te delen en anderen daarin meeneemt, kan dat de steun van de juiste partners opleveren. De bewustwording onder consumenten neemt per generatie toe, maar voor hen is het nog steeds lastig om keuzes te maken door het overweldigende aanbod. Daarom ligt er ook een grote verantwoordelijkheid bij de producent. We moeten echt de stap zetten van eenmalig gebruik naar hergebruik.” Hij benadrukt dat de hele werkwijze van Peeze is ingestoken op hergebruik van materialen, duurzaam in de hele keten en een eerlijke prijs voor de koffieboeren.
Lokale netwerken als fundament voor circulaire ketensamenwerking
Bedrijven moeten intensief samenwerken om niet alleen producten en grondstoffen opnieuw te gebruiken, maar ook om ervoor te zorgen dat ze op de markt terechtkomen en hun waarde behouden. Chiel Berndsen benadrukt het belang van samenwerking om innovatieve oplossingen op de markt te brengen. “Hergebruik is één ding, maar het aan de markt brengen is een ander verhaal. Wij werken samen met andere lokale bedrijven die ons helpen om onze producten op de markt te krijgen. Bijvoorbeeld ons systeem voor het kweken van uien in landen waar dat normaal niet mogelijk is. Dankzij dit systeem besparen we enorm op transportkosten. Dit soort technologieën zorgen voor een grote verandering, maar die kun je niet alleen realiseren.”
Jordi Portier merkt dat aannemers tegen betaalbaarheidsproblemen aanlopen. “Zodra de restwaarde van circulaire materialen kan worden gekapitaliseerd, verandert het speelveld. Het gaat uiteindelijk om de levenscyclus en de maatschappelijke waarde van producten. Als je de waarde van materialen en grondstoffen over hun hele levenscyclus kunt analyseren en op verschillende schaalniveaus kunt bekijken, kom je pas echt tot de kern van samenwerking. Anders blijft er altijd één partij die de rekening betaalt, en als je voor- of achteraan in de keten zit, heb je pech.” Jordi benadrukt ook dat ketensamenwerking vraagt om gesprekken tussen alle schakels in de keten. “We moeten teruggaan naar de basis: de materialen en grondstoffen. Pas als we als hele keten de verantwoordelijkheid nemen, kunnen we echt stappen zetten.”
Nermina Kundic is bereid om lokale samenwerkingen tot stand te brengen. “Lokale ketens voor hergebruik van materialen en grondstoffen zijn in de breedte veel complexer dan ze lijken. Als gemeente zullen we in kaart brengen waar de grootste knelpunten zitten en waar we moeten inzoomen. We gaan onderzoeken welke ruimte bedrijven nodig hebben om circulaire initiatieven te ontwikkelen. We hebben elkaar hierbij heel hard nodig.” John Schraven roept de groep op om vertrouwen in elkaar te hebben. “We moeten het vertrouwen krijgen en geven om samen te werken. Wij bezoeken veel verschillende ondernemers en zullen hen koppelen aan relevante vraagstukken. Die verbindingen leiden tot successen.”
De transitie naar een volledig circulaire economie vraagt dus om nauwe samenwerking tussen bedrijven, overheden en andere betrokkenen binnen de keten. Van ontwerp tot hergebruik, iedere schakel moet verantwoordelijkheid nemen om ervoor te zorgen dat grondstoffen efficiënt blijven circuleren en duurzame producten hun weg naar de markt vinden. Een belangrijke uitdaging blijft de verantwoordelijkheid en financiering binnen de keten. Terwijl pioniers zoals Teijin Aramid, Koffiebranderij Peeze en Altop Kunststoftechniek laten zien hoe circulaire innovaties kunnen bijdragen aan duurzaamheid, stuiten veel bedrijven nog steeds op betaalbaarheidsproblemen en een gebrek aan betrokkenheid van alle schakels.
Zoals Chiel Berndsen opmerkt, is het hergebruiken van producten slechts de eerste stap. Het aan de markt brengen vereist partnerschappen binnen lokale netwerken om technologieën succesvol te implementeren en schaalbaar te maken. Jordi Portier benadrukt daarnaast dat de waarde van circulaire materialen echt zichtbaar wordt wanneer de hele levenscyclus wordt meegenomen in analyses, wat leidt tot eerlijke verdeling van kosten en verantwoordelijkheden. Pas dan is er een samenwerking in de gehele keten. «
Dankzij een uitgekiende duurzame energie-infrastructuur en het commitment van de bedrijven die zich er vestigen, ontstaat op Medel Afronding een zelfvoorzienende energiehub. Monique Spijker-Vries, coördinator Uitgifte van Bedrijvenpark Medel, en Mike Sterkenburg, directeur groot zakelijke relaties bij Joulz, vertellen over de achtergrond, de totstandkoming en de voorbeeldfunctie die Medel Afronding kan vervullen.
Op Bedrijvenpark Medel bij Tiel is een mix van logistiek georiënteerde bedrijven actief; technologische bedrijven, bouwbedrijven en productiebedrijven met een regionale en bovenregionale functie. Plannen om het bedrijvenpark uit te breiden met Medel Afronding ondervonden hinder, maar eind 2022 was er groen licht. De huidige uitbreiding bestaat uit 8 bedrijfskavels, samen 45 hectaren groot en onderverdeeld in 3 kavels van het type XXL en 5 kavels type XL. De uitgifte is bijna afgerond, met de bouw van twee bedrijven is inmiddels gestart en in het voorjaar van 2025 zal de energiehub zijn gerealiseerd.
“Voor het realiseren van Medel Afronding moesten we een praktische oplossing bedenken gelet op de stikstofregels en het energievraagstuk vanwege de netcongestie”, opent Spijker Vries. “We hebben daarom de bedrijfsactiviteiten teruggebracht tot een niveau dat minder milieubelastend is. We huisvesten op Medel Afronding enkel innovatieve en duurzame bedrijven. De kavels zijn gasloos en de bedrijven moeten emissieloos opereren. Voor de 99 procent leveringszekerheid van energie staat Joulz garant.”
Voordelen
“Door drukte op het stroomnet kunnen veel bedrijven niet zomaar een grootverbruik aansluiting krijgen op het stroomnet”, vertelt Spijker-Vries. “En juist op dit moment willen bedrijven elektrificeren, Zo ook de nieuwe bedrijven op Medel Afronding. Zij kregen echter van netbeheerder Liander geen nieuwe aansluiting vanwege de netcongestie.”
Om het probleem op te lossen hebben de nieuwe bedrijven Joulz ingehuurd met de vraag een duurzaam energiesysteem te ontwikkelen. “Joulz ontwikkelt en sluit zonneparken, elektrische laadpleinen, bedrijventerreinen en individuele bedrijven aan op het elektriciteitsnet en levert meetdiensten voor het gebruik van gas en elektriciteit”, zo schetst Sterkenburg de activiteiten in een notendop.
“Naast de technische uitdaging was het ontwikkelen van deze energiehub samen met alle betrokken partijen een intensief proces. Op basis van inzicht in de energiebehoeften, de infrastructurele mogelijkheden en vertrouwen in elkaar zijn de deelnemers tot een overeenkomst gekomen. Joulz ontwikkelt en investeert in de energie infrastructuur op Medel Afronding.”
Energiebewustzijn
Sterkenburg vertelt over de uitwerking van de plannen. “We zijn begonnen met een onderzoek naar het energiegebruik van de bedrijven die zich hier willen vestigen. Het bleek dat ze zich onvoldoende bewust waren van hun energieverbruik en dit vaak veel te hoog inschatten. Elektriciteit was echter nooit een item in de bedrijfskosten, dus toen ze het kostenplaatje zagen gingen ze hun gebruik kritisch tegen het licht houden. Het leidde tot een positief gevolg, namelijk meer energiebewustzijn en een substantieel lagere stroomvraag.”
“Op basis van ons onderzoek hebben we de configuratie ontworpen die we nu hanteren. Uitgangspunt is ‘nultransport’ van energie via de netaansluiting. Die aansluiting is er, maar er mag geen vermogen worden geleverd of terug geleverd. We wekken alle benodigde energie voor Medel Afronding lokaal op. Deze wordt ook lokaal gebruikt, opgeslagen en onderling uitgewisseld tussen gebruikers. Hiermee is Medel Afronding de eerste zelfvoorzienende energiehub in het Nederlands energielandschap en ook uniek in Europa.”
“We hanteren een collectieve aanpak”, aldus Spijker-Vries. “Joulz heeft een integraal ICT gestuurd energiemanagementsysteem ontworpen en gebouwd. Alle bedrijven op Medel Afronding zijn met elkaar verbonden wat betreft hun energiehuishouding. De daken van de bedrijven op Medel Afronding liggen vanaf ingebruikname vol met zonnepanelen. Gelet op het totale dakoppervlak wordt in principe straks meer elektriciteit opgewekt dan gebruikt. Maar opwekken kan niet 24/7, want er is niet altijd zon en daglicht. Een deel van de overtollig opgewekte elektriciteit slaan we op in batterijen op het energie-eiland. Daar staat ook nog een gasgenerator voor noodgevallen. Door de sturing van de energiestromen via een ’slim’ energiemanagementsysteem hopen we de gasgenerator nooit te hoeven gebruiken. De batterijopslag dient als back-up ingeval van een tekort bij een van de aangesloten bedrijven. Het systeem is schaalbaar en kan naar believen worden uitgebreid.”
Voorbeeldfunctie
En zo wordt wat eerst een bottleneck was nu een sprong voorwaarts in duurzaamheid en energiezekerheid. Sterkenburg noemt Medel Afronding uit oogpunt van lokale energievoorziening iconisch. “Is dit een model dat anderen kunnen kopiëren? Jazeker”, beantwoordt Sterkenburg de vraag die hij opwerpt. “Maar niet één op één. Lokale verschillen in de omvang en samenstelling van bedrijventerreinen vereisen maatwerk.”
“De problematiek rond netcongestie breidt zich uit. Met Medel Afronding tonen we aan dat energiezekerheid mogelijk is zonder het net te belasten. Ik ben er daarom van overtuigd dat gemeenten in de toekomst bij het plannen en invullen van hun bedrijventerreinen sterk rekening houden met het energievraagstuk en dus, afgeleid daarvan, ook met de mix van bedrijven op die terreinen.” «
Op Industriepark Kleefse Waard (IPKW) werken bedrijven samen aan oplossingen voor de vraagstukken van nu en de toekomst. Het 90 hectare grote park biedt een inspirerende en duurzame werkomgeving voor startups, gevestigde ondernemingen, onderwijsinstellingen en de overheid. Hier ontwikkelen en realiseren zij technologieën die bijdragen aan de energietransitie en de circulaire economie.
Cleantech als speerpunt
Industriepark Kleefse Waard trekt steeds meer bedrijven uit de cleantech-sector aan. Kevin Rijke, directeur van IPKW, ziet dit als een logische ontwikkeling. “Veel gevestigde bedrijven richten zich op innovaties voor een schonere wereld. Het park biedt niet alleen een stimulerende werkomgeving, maar ook kansen voor sociaal ondernemerschap. Dit maakt het interessant voor zowel gevestigde bedrijven als startups die zich richten op energietechnologie.” IPKW werkt nauw samen met onderwijs en de overheid om deze ontwikkelingen te versnellen.
Ontmoeting en kennisdeling
Een van de grootste krachten van IPKW is de manier waarop ontmoeting en kennisdeling worden gestimuleerd. “Het park bruist van de activiteit,” vertelt Rijke. “We organiseren regelmatig evenementen (of maken ze mede mogelijk) bij Act Eventstudios. Zij zijn gespecialiseerd in het faciliteren en ontzorgen van uiteenlopende evenementen op ons park. Denk aan Club Transition tijdens de Arnhem Electricity Week of het Laadinfra-congres. Maar ook tijdens de lunch in ons parkrestaurant of bij sport sportactiviteiten vinden waardevolle ontmoetingen plaats.” Deze informele setting creëert mogelijkheden voor bedrijven om samen te werken en nieuwe ideeën sneller te ontwikkelen. “Bedrijven vinden hier op een natuurlijke manier sparringpartners die hen helpen hun producten of diensten te verbeteren,” zegt Rijke. “Zo versnellen we samen de ontwikkeling van innovaties die de wereld een stukje beter maken.”
Energie: de grootste uitdaging
De overgang van gas naar elektriciteit is voor veel bedrijven een uitdaging, en IPKW is daarop geen uitzondering. De beperkte capaciteit van het elektriciteitsnet zorgt voor complicaties. “We werken samen met partners zoals Veolia om oplossingen te vinden voor de netcongestie,” legt Rijke uit. “Momenteel bouwen we een energiehub, waarin we vier windmolens en zonnepanelen willen koppelen aan een grote batterij. Daarnaast ontwikkelen we een capaciteitsdeelsysteem, zodat bedrijven energie kunnen delen.” Dit systeem zorgt ervoor dat de beschikbare energie optimaal wordt benut. “Als het ene bedrijf minder energie nodig heeft, kan een ander bedrijf die capaciteit gebruiken. Zo voorkomen we overbelasting van het netwerk en helpen we de energietransitie vooruit. Uiteindelijk willen we dat reeds gevestigde bedrijven kunnen blijven groeien en dat nieuwe bedrijven zich hier kunnen vestigen.”
Connectr Innovation Lab: Impuls voor nieuwe verbindingen
Dit jaar werd het Connectr Innovation Lab geopend op IPKW, een plek waar organisaties in het energie-ecosysteem samenkomen om te innoveren en te groeien. Hier kunnen bedrijven gebruikmaken van gedeelde onderzoeksfaciliteiten, proeftuinen en hybride leeromgevingen. “Het is geweldig om te zien hoe allen hun plek hebben gevonden in het Innovation Lab,” vertelt Rijke. Deze samenwerking zorgt voor nieuwe impulsen in de energietransitie.
Ruimte voor groei
Hoewel er al veel bedrijvigheid is in het Connectr Innovation Lab, zijn er nog steeds bedrijfsruimtes beschikbaar voor bedrijven die de energietransitie willen versnellen. “De beschikbare units variëren van 40 tot 300 m²,” zegt Rijke. “Daarnaast zijn er op andere plekken op het park mogelijkheden voor nieuwbouw of de aanpassing van bestaande ruimtes.” IPKW biedt bedrijven de ruimte om te groeien, zowel letterlijk als figuurlijk.
Circulariteit
Naast de focus op de energietransitie, werkt IPKW ook actief aan een circulaire economie. “We halen het afval bij de bedrijven op en zorgen dat het gescheiden wordt,” vertelt Rijke. “Een mooi voorbeeld hiervan is een bedrijf dat van plastic afval picknickbanken maakt, die we op het park willen gaan gebruiken.” Hiermee draagt het park bij aan de vermindering van afvalstromen en het hergebruik van grondstoffen. Ook in dit proces speelt samenwerking een belangrijke rol. Samen met Scalabor, een sociaal ontwikkelbedrijf, heeft IPKW een team van afvalambassadeurs samengesteld. “Deze ambassadeurs zorgen niet alleen voor het afvalbeheer, maar ook voor het algemene aanzicht van het terrein. Ze zijn trots op hun werk en dragen bij aan onze visie van een inclusieve maatschappij,” aldus Rijke. “Wij vinden het belangrijk dat iedereen kan meedoen, en als park dragen we daar graag ons steentje aan bij.” «