Author Archives: wer

  1. Dicht bij de klant: nu ook in Amsterdam

    Leave a Comment

    Poelmann van den Broek advocaten vestigt zich in Amsterdam per 1 september. Dit tweede kantoor is een logisch vervolg op de ontwikkeling die ze als kantoor hebben doorgemaakt de afgelopen jaren. Door deze tweede vestiging (en haar ligging) kunnen ze bestaande en nieuwe klanten bedienen, hun activiteiten op het gebied van projectontwikkeling en internationale netwerken op de kaart zetten en een ander deel van de arbeidsmarkt benaderen. “We kiezen een strategische plek, dicht bij bestaande en nieuwe klanten,” aldus Arjan Stuij, directeur Poelmann van den Broek. “Zo kunnen we ook in Amsterdam persoonlijk advies geven en snel inspelen op de ambities van onze klanten, precies zoals we dat in Nijmegen doen.”

    Kansen pakken en op het juiste moment schakelen, dat is al meer dan veertig jaar typerend voor het advocatenkantoor. Met voornamelijk ondernemers als klanten, is Poelmann van den Broek net zo ondernemend als haar klanten. Vanuit die blik ziet het kantoor een groeiende behoefte aan brede juridische expertise op het gebied van internationale netwerken en projectontwikkeling, markten die zich met name in Amsterdam concentreren. Het tweede kantoor van Poelmann van den Broek bevindt zich in de Mondriaantoren, aan het Amstelplein.

    Arjan Stuij: “We zijn in Nijmegen groot geworden met een eigen werkwijze, waarbij we praktische heldere adviezen geven op basis van hoge specialistische kennis en samenwerking tussen onze expertises. De focus ligt daarbij op de branches Bouw & Vastgoed, Productie & Tech en Retail. Waarbij we vooroplopen in juridische kennis op het gebied van de nieuwste technologieën. Scherpte waarmee we ook graag ondernemers buiten de huidige regio helpen om voorop te blijven.” «

  2. Impact developer ondernemerschap Jeroen van den Hoogen:Ondernemerschap als vliegwiel voor slim, schoon en sociaal innoveren

    Leave a Comment

    Jeroen van den Hoogen is als Impact Developer Ondernemerschap, organisator en aanjager op de locatie in Arnhem en Nijmegen van Het Ondernemerslab. Studenten, ondernemers en onderzoekers werken er samen aan innovaties.

    Intenties om te ondernemen zijn al jarenlang stijgende bij studenten. Tegelijkertijd is de roep om ondernemende ideeën en ondernemend gedrag groot in de regio. Hoe kunnen we die werelden bij elkaar brengen?

    “Vanuit de HAN willen we een belangrijke rol spelen in het regionale ondernemersecosysteem”, zegt Van den Hoogen. “Hierbij willen we impact creëren door praktijkgericht onderzoek en onderwijs te verbinden aan het regionale ondernemerschap. Door de directe verbinding tussen ondernemers, onderwijs en onderzoek, ontwikkel je met elkaar nieuwe kennis en toepassingen, die weer opgenomen kunnen worden in onderwijsontwikkeling en vernieuwing van dienstverlening.”

    Hij schetst de omgeving en de context waarin hij als Impact Developer gaat functioneren. “Het gaat om het zien en benutten van kansen voor starters en ondernemers en hoe het ‘ecosysteem’ in de regio dit kan ondersteunen. Hierbij ligt de focus op de starters en ondernemers uit de Regio Arnhem-Nijmegen, actief op de thema’s digital, circulair en energy. Zij spelen namelijk een belangrijke rol in de lokale en regionale economie wat betreft innovatie, werkgelegenheid en voorzieningen.”

    Ondernemerslab Nijmegen en Arnhem

    Ondernemerschap en ondernemend gedrag bevorderen gaat niet vanzelf. In Nijmegen functioneert al enkele jaren een OndernemersLab, op het terrein van de Houtwerf. In Arnhem opende Het OndernemersLab begin september haar deuren officieel. Van den Hoogen: “Het OndernemersLab Arnhem is een samenwerking tussen HAN, Rijn IJssel, Gemeente Arnhem en Startclub Arnhem. In onze Ondernemerslabs leggen we laagdrempelig de verbinding tussen ondernemende studenten, onderzoekers, werkzoekenden én bedrijven rondom ondernemersopgaven van de toekomst. Zo ondersteunen we ondernemerschap als instrument om slimme, schone en sociale oplossingen in de regio te versnellen. Dit vanuit de insteek “ondernemer zoekt idee en idee zoekt ondernemer. Iedere ondernemer heeft wel ergens ideeën liggen voor de toekomst, waar hij/zij niet aan toekomt, maar die wel een podium waard zijn.”

    “Andersom werkt het ook. Ondernemers of organisaties zoeken een vernieuwend idee of oplossing voor een vraag waar ze mee zitten. Via het Ondernemerslab vliegen ze het vraagstuk samen aan, dat kan gaan over strategie, verduurzaming, digitalisering of de arbeidsmarkt. Studenten bedenken samen met de ondernemer in het kader van hun stage of praktijkopdracht van hun minor oplossingen. Hetzelfde principe geldt voor ondernemers en organisaties die hun ondernemersidee verder willen ontwikkelen of vermarkten. En studenten en starters die zelf een onderneming willen beginnen kunnen in het Ondernemerslab hun eerste veilige stappen zetten en ondersteuning krijgen.”

    Hybride leeromgeving

    “De directe locatieomgeving van Het OndernemersLab weegt mee in de programmering en de aandachtsgebieden. In Nijmegen ligt het OndernemersLab op de Houtwerf, een platform op het gebied van kunst, cultuur, technologie en wetenschap. Er wordt verbinding gezocht tussen disciplines via onderzoek, lezingen, exposities en evenementen. In Arnhem moet het netwerk nog grotendeels worden opgebouwd. Een mooie insteek, direct gekoppeld aan de locatie in de binnenstad, kan hier de zogeheten ‘last mile’ logistiek, de energie transitie of circulair ondernemen zijn. Deze vragen over verduurzaming en slimme bevoorrading zijn interessante vragen waar ondernemers en studenten zich op kunnen richten.”

    Het OndernemersLab is een voorbeeld van een hybride leeromgeving, waar theorie en praktijk elkaar ontmoeten en verder helpen. “Er ontstaan meer van dergelijke hybride initiatieven. Zo zijn er in onze regio contacten met de Radboud Universiteit/ Mercator Launch en Hogeschool Van Hall Larenstein, ROC Nijmegen en Rijn IJssel. Door de verbinding te zoeken kunnen we vraagstukken zowel breed als diep aanvliegen”, duidt Van den Hoogen. “Het OndernemersLab kan hierbij fungeren als kweekvijver van ideeën en slimme, duurzame oplossingen voor innovatieve ondernemers in de regio. Ik wil dan ook ondernemers van harte uitnodigen om met hun vragen te komen om zo de samenwerking aan te gaan.”

    Regierol uitbouwen

    Over de ambitie en de positie van de Ondernemerslabs zegt Van den Hoogen: “We willen sterk verweven zijn in het lokale innovatie-ecosysteem, gericht op het aanpakken van maatschappelijke uitdaging en het stimuleren van regionale groei. De HAN University of Applied Sciences heeft op dit moment al een duidelijke netwerkpositie en wil de rol van sleutelspeler in het regionale kennisecosysteem verder versterken. Samenwerking met partners in de regio is hierbij cruciaal. Initiatieven als ConnectR, ZorgAlliantie, HAN BioCentre en het Centrum voor Meervoudige Waardecreatie spelen hierin al een belangrijke rol.”

    “Ondernemerschap@HAN zoekt de verbinding met deze initiatieven door ondernemerschap en ondernemend gedrag toe te voegen, te stimuleren en te bevorderen. Het betekent dat we structureel gaan samenwerken aan de vraagstukken die spelen bij ondernemers. In het beste geval ontstaan er interactieve learning communities van ondernemers, studenten, werkzoekenden en scholieren die elkaar weten te vinden om vraagstukken heel concreet in kaart te brengen en sneller tot oplossingen te komen”, zegt Van den Hoogen afsluitend. «

  3. Vanaf 1 januari 2025 subsidie voor ondernemers voor betere toegankelijkheid

    Leave a Comment

    Vanaf 1 januari 2025 kunnen Nijmeegse ondernemers en organisaties met een ontmoet- of bezoekfunctie subsidie aanvragen bij gemeente Nijmegen voor het toegankelijk maken van hun pand of website. Zo kunnen ook inwoners en bezoekers met een beperking deze locaties bezoeken, gebruik maken van online dienstverlening en daardoor zoveel mogelijk zelfstandig meedoen aan de samenleving.

    Iets wat vanzelfsprekend zou moeten zijn, volgens wethouder Welzijn, Gezondheid en Inclusie Cilia Daemen: “Nijmegen is een stad voor iedereen, ook voor mensen met een beperking. Een drempel in een winkel, een smal toilet in een restaurant of een website met onleesbare tekst. Zaken waar een ondernemer iets aan kan doen zodat ook mensen met een beperking – of dat nu fysiek, visueel of anders is –volledig kunnen meedoen aan de maatschappij.”

    De subsidieregeling is er voor alle Nijmeegse bedrijven en organisaties met een ontmoet- of bezoekfunctie, die hun toegankelijkheid voor bezoekers willen verbeteren. Bijvoorbeeld met drempelhulpen, door doorgangen breder te maken, het toilet toegankelijk te maken of een voorleesfunctie op hun website te installeren.

    Advies van ervaringsdeskundigen één van de subsidievoorwaarden

    Eén van de voorwaarden om gebruik te kunnen maken van de subsidieregeling is een ervaringsdeskundig advies. Dit kan het Zelfregiecentrum Nijmegen (ZRCN) geven. Ook kunnen organisaties hiervoor deelnemen aan het project ‘MKB Toegankelijke Routes’, waarin de toegankelijkheid van MKB-locaties wordt gekeurd en vervolgens in kaart gebracht op de gratis Ongehinderd app. Beide opties zijn vanaf 1 januari 2025 mogelijk.

    Andere voorwaarden zijn onder andere een uitvoeringsplan met een beschrijving van de voorgenomen aanpassingen waarvoor de subsidie wordt aangevraagd en op welke termijn, een begroting en een planning. Een aanvrager kan gedurende de looptijd van deze regeling één aanvraag doen voor fysieke aanpassingen ter bevordering van de toegankelijkheid en één aanvraag voor aanpassingen ter bevordering van de digitale toegankelijkheid.

    Subsidie

    Als het plan aan de voorwaarden voldoet, vergoedt de gemeente maximaal 75% van de kosten tot een maximum bedrag van 15.000,- euro. Voor deze subsidieregeling heeft de gemeente zowel in 2025 als in 2026 100.000,- euro gereserveerd.

    Meer informatie

    Vanaf 1 januari 2025 is de subsidie aan te vragen via de website van de gemeente. Ook organiseert de gemeente samen met Huis van de Binnenstad een informatieavond. Ondernemers met vragen kunnen vanaf nu al contact opnemen met de gemeente Nijmegen via iedereendoetmee@nijmegen.nl.

  4. Een stappenplan om circulariteit in te bouwen

    Leave a Comment

    De Rijksoverheid werkt toe naar een volledig circulaire economie in 2050. In een circulaire economie vallen de milieueffecten van grondstoffengebruik, dus van alle Nederlandse productie en consumptie, binnen de planetaire grenzen. Het doel is klimaatverandering en biodiversiteitsverlies tegen te gaan. Om dat te bereiken moeten we:

    • Het gebruik van primaire grondstoffen verminderen;
    • Primaire grondstoffen vervangen door secundaire grondstoffen;
    • De levensduur van producten en onderdelen verlengen;
    • Materialen hoogwaardig hergebruiken.

    Circulariteit is een complex begrip: het gaat over grondstoffen, maar vanuit het oogpunt van klimaat en biodiversiteit moeten we ook de aspecten energie en water erbij betrekken. Bij het maken, transporteren, gebruiken en verwijderen van grondstoffen spelen energie en water ook een belangrijke rol.

    In veel beleidsdocumenten worden doelen en ambities meestal groots en abstract omgeschreven. Wie het goede wil doen, weet daarom vaak niet waar te beginnen. Circulariteit in project- en gebiedsontwikkeling staat dan ook nog in de kinderschoenen.

    Hoe kan je stap voor stap circulariteit concreet maken voor project- en gebiedsontwikkeling?

    Vertaald naar de bouw zijn dit de bekende circulaire opties:

    Het gebruik van 2e hands of biobased bouwmaterialen;

    Het losmaakbaar, demontabel of aanpasbaar bouwen;

    Het bevorderen van hergebruik, door middel van een materialenpaspoort.

    Stap 1: Pak je rol

    Een grondeigenaar of ontwikkelaar heeft meer mogelijkheden om vroeg in het stadium circulariteit in planvorming en ontwerp te integreren, dan een aannemer die op een uitvraag inschrijft. Wat wil en kan de initiatiefnemer op het gebied van het grondstoffengebruik bereiken binnen de beschikbare tijd, het bouwbudget en wet- en regelgeving?

    Stap 2: Denk na over je programma van eisen

    Kies je voor nieuwbouw of kun je een bestaand gebouw transformeren voor de beoogde functie?

    Is het gebouw voor lange termijn nodig voor die functie (bijvoorbeeld wonen) of voor korte of middellange termijn (utiliteitsgebouw)?

    Moet het gebouw in de loop der tijd geheel of gedeeltelijk kunnen worden aangepast?

    Wordt het gebouw overal even intensief gebruikt?

    Stap 3: Onderzoek je mogelijkheden

    Welke primaire grondstof is onvermijdelijk en heeft de laagste milieu-impact?

    Welke 2e hands- of biobased bouwmaterialen zijn beschikbaar?

    Welke onderdelen van een gebouw lopen de meeste slijtage op, met welke materialen kan de levensduur worden verlengd?

    Welke gevolgen hebben de grondstoffenkeuzes voor het ontwerp?

    Overheden, ontwikkelaars en bouwers moeten aan de slag om circulariteit in de praktijk te brengen. Niet alles kan tegelijk. Iedere doordachte eerste stap, is het begin van een circulaire toekomst. «

    Kan ik je ergens mee helpen?

  5. Samen Sterk voor Logistiek in Rivierenland: dat werkt

    Leave a Comment

    Logistics Valley Rivierenland viert het vijfjarig bestaan: met de partners in de bus naar de DAF-fabriek in Eindhoven, waar de productie van elektrische vrachtauto’s is bekeken. Logistics Valley Rivierenland kijkt terug op vijf jaar onderlinge samenwerking in het logistieke cluster.

    Logistics Valley Rivierenland (LVR) had een vliegende start: in 2019 opgericht, kwamen meteen al veertig partners mee naar het nieuwe platform. Rivierenland had voorheen twee logistieke platforms, elk met een heel andere doelstelling en werkwijze. Tientallen ondernemers stapten over. Provincie Gelderland stelt middelen voor de huidige organisatie beschikbaar, om de logistiek in de Gelderse Corridor te versterken.

    MKB

    “Wij zijn er vooral voor het MKB. We werken voor bestaande bedrijven, vooral lokale ondernemers, geworteld in de regio en waar mensen uit die regio in werken. Grote transport- en logistieke bedrijven redden zich wel, al zijn ze soms ook partner van LVR en zorgen ze voor beweging en innovaties. MKB-ers gunnen zich weinig tijd om over de toekomst na te denken. En juist dat aspect is voor LVR het punt waarop ons team ze wil helpen, want de wereld van logistiek is voortdurend in beweging. We bieden ze daar ook een plek voor, het Huis van de Logistiek op Medel. En dan merk je dat onze slogan hout snijdt: samen sterk voor Logistiek in Rivierenland”, stelt Frank Engelbart.

    Ondernemers worden regelmatig op Medel uitgenodigd voor het Logistiek Café, dat naast inhoudelijk interessante sprekers ook ruimte biedt om te netwerken. Dat draagt bij aan een andere opdracht die LVR ziet: regionaal een clubgevoel in de logistiek ontwikkelen. Soms zijn die bijeenkomsten in samenwerking met Ondernemers Coöperatie Tiel en VNO-NCW, wat veel nieuwe contacten oplevert in andere bedrijfstakken. LVR heeft na vijf jaar een fraaie reeks projecten op zijn conto. “We begonnen met het ophalen van de wensen en zorgen in de logistiek. Bijvoorbeeld de vraag hoe het krijgen en behouden van medewerkers beter kon. Wij zorgden ervoor dat alle Rivierenlandse bedrijven zichtbaar en vindbaar werden, hun vacatures en stageplaatsen werden getoond. Inmiddels ook die van onze twee collega’s, want Nijmegen en Liemers-Achterhoek hebben hun eigen Logistics Valley-poot. Die website ontwikkelde zich door tot wat nu IndelogistiekGelderland.nl is, en binnenkort integraal onderdeel van de logisticsvalley.nl website wordt. De logistieke bedrijven in Gelderland Zuid staan dagelijks op social media en we hebben een actief Linked In-account, met bijna 700 volgers.” Om het clubgevoel te vergroten, maakt LVR maandelijkse nieuwsbrieven.

    LVR hield open dagen bij logistieke bedrijven. “Toen kwam corona en mocht dat niet meer. Als Logistics Valley-collega’s bedachten we toen de Logistieke Roadshow: jaarlijks gaat in de drie regio’s een truck naar tientallen middelbare scholen. In Rivierenland bereiken we 800 scholieren die we zo laten zien wat werken in de logistiek inhoudt.”

    Modal Shift

    Maar er is meer gebeurd. Op gebied van innovatie en verduurzaming is veel tijd gestoken in promoten van de zogeheten modal shift: het van de weg halen van transport en in plaats daarvan vervoer per schip aan te bieden. De drie regio’s hebben een eigen containerterminal, in Rivierenland is dat CTU op Medel in Tiel, die dit graag faciliteren.

    “Momenteel testen zeven van onze ondernemers een elektrische vrachtwagen van DAF uit. Dat kan dankzij de medewerking van Tilburg Bastianen Truck en Trailer Service, die een Tielse vestiging heeft en landelijk een grote DAF-dealer is. In 2025 gaan we een soortgelijke proef doen in partnerbedrijven met een elektrische trekker.” Zo laat LVR zien dat samenwerken tot resultaten leidt.

    Het optekenen van de milieubelasting, carbon footprint, werd ook aangeboden. Grote bedrijven moeten dat nu wettelijk doen, maar MKB-logistiekers die voor die bedrijven werken krijgen die vraag ook steeds vaker. Logistics Valley bemiddelde en werd een voorbeeld voor de Topsector Logistiek.

    Behalve het provinciebestuur is ook Regio Rivierenland steunpilaar voor LVR. “Niet alleen financieel, waar we erg dankbaar voor zijn, maar ook op gebied van beleid maken. We zijn al vele jaren een van drie economische speerpunten van de regio, die de logistiek als een belangrijke economische drager ziet”, Niet voor niets heeft de regio Rivierenland een stabiele plek in de landelijke Top Tien van logistieke hotspots. Dit jaar werd ook bekend dat Logistics Valley weer voor vier jaar financiële steun van provincie en regio’s krijgt.

    LVR kent een stevige basis in het lokaal bestuur. “Dat fundament zorgt ervoor dat de regio in bestuurlijke debatten, ook in Den Haag, op de kaart komt en blijft. Die contacten zijn belangrijk wanneer het gaat over infrastructurele projecten zoals A15, A2 en Rijnbrug. Daarin werken we nauw samen met de twee andere hotspots in Logistics Valley.”

    2030

    En de toekomst? Engelbart: “We willen groeien naar 150 partners, met een mooie mix van MKB en grote bedrijven. Maar vooral willen we het logistieke cluster in Gelderland Zuid positioneren als van strategisch belang voor de economie en brede welvaart. In een vorm en grootte die past bij de regio, met ruimte voor logistiekers die hier zijn geworteld. We gaan verder met versterken van de samenwerking met onze twee collega-hotspots binnen Logistics Valley, zonder verlies van regionale verankering en zichtbaarheid. We kunnen samen nog veel sterker worden voor logistiek in Rivierenland.” «

  6. RBICT verhuist naar ca. 550 m² aan de Calandweg 58 te Arnhem

    Leave a Comment

    RBICT is recentelijk verhuisd naar de volledig gerenoveerde kantoor- en bedrijfsruimte aan de Pieter Calandweg 58 in Arnhem. RBICT heeft de focus op het midden en klein bedrijf en is daarnaast gespecialiseerd in de zorgsector. RBICT is ontstaan uit de steeds meer groeiende vraag naar eigen systeembeheerders voor het MKB. BMV Bedrijfsmakelaars, partner in Dynamis, adviseerde de verhuurder, een particuliere belegger, bij de totstandkoming van deze transactie.

  7. Rivor Volwassenenonderwijs: Inburgering en Educatie bevorderen zelfstandigheid

    Leave a Comment

    De Academie Volwassenenonderwijs van ROC Rivor biedt onder andere trajecten op het gebied van Educatie en Inburgering. Voor de deelnemers zijn ze belangrijk om stappen naar (meer) zelfstandigheid te zetten. Het project ‘Wat ben je mooi’ geeft een aantal van hen een gezicht en een podium voor hun verhaal.

    “We omarmen in het kader van LLO (Leven Lang Ontwikkelen) dat iedereen in Nederland zich permanent blijft scholen met het oog op de steeds veranderende arbeidsmarkt. En dat we zelfstandig moeten kunnen blijven functioneren in onze ingewikkelde maatschappij”, opent Lisanne Veraart, Coördinator Educatie en Inburgering bij Rivor Volwassenenonderwijs. “Precies daaraan draagt Inburgering en Educatie bij. Het zijn gewone onderwijsactiviteiten en zo moeten we er ook naar kijken. De deelnemers aan deze trajecten verdienen een positieve waardering.”

    Ze vervolgt: “Om mee te kunnen doen in onze maatschappij moet je goed kunnen schrijven en lezen, je weg vinden op het internet, je persoonsgegevens beveiligen, omgaan met geld en veel andere zaken. Hiervoor is beheersing van het Nederlands noodzakelijk. Van mensen die in het buitenland geboren zijn verwachten we dat ze Nederlands leren. Maar ook Nederlanders kunnen een lage taalvaardigheid hebben. Onderzoek toont aan dat er landelijk zo’n 2,5 miljoen mensen moeite hebben met lezen en schrijven, ongeveer de helft daarvan is geboren en getogen in Nederland.”

    “Inburgering en Educatie betreffen deels dezelfde groep mensen”, legt Lisanne uit. “Inburgeraars volgen een verplicht traject. Onderdeel daarvan is het leren van de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse maatschappij en de arbeidsmarkt. Bij Educatie richten we ons op mensen die hun basisvaardigheden verder willen ontwikkelen, zoals beter Nederlands lezen, schrijven en spreken, rekenen en omgaan met de computer. Dit zijn mensen die al lange tijd in Nederland wonen en klaar zijn met inburgeren, mensen uit landen in Europa en mensen die geboren en getogen zijn in Nederland, bij wie om welke reden dan ook deze vaardigheden niet goed aansluiten bij het niveau dat onze maatschappij vraagt.”

    “Zowel het inburgeringstraject als het educatietraject zijn deels groepsgewijs en deels individueel van opzet. Onze docenten worden hierbij ondersteund door vrijwilligers die een training tot klassenassistent hebben gevolgd. Daardoor kunnen we gericht en individueel aandacht schenken aan deelnemers. En deelnemers helpen elkaar waar dat kan, dat versterkt de groepsgeest en de onderlinge verhoudingen.”

    Met het oog op Educatie werkt Rivor ook regionaal samen met partners in het zogeheten Taalakkoord. Hiertoe zijn in de bibliotheken en welzijnsorganisaties Leerhuizen, Taalhuizen en Leerpunten ingericht, waar mensen zonder afspraak kunnen binnenlopen voor hulp op het gebied van de basisvaardigheden.

    Positieve waardering

    “Als opleiders willen we de positieve waardering voor deze mensen bevorderen. Inburgeraars en Educatie cursisten naar buiten toe een gezicht geven kan daaraan bijdragen”, aldus Lisanne. Samen met communicatieadviseur Evelien Drost interviewde zij 28 mensen die als volwassenen bij Rivor de Nederlandse taal leerden lezen, schrijven en spreken. Fotograaf Rens Plaschek portretteerde de geïnterviewden en zo ontstonden het boek en de expositie ‘Wat ben je mooi’. De expositie reist twee jaar rond in de regio en is inmiddels in Tiel, Geldermalsen en Kerkdriel te zien geweest.

    “De mensen op de foto hebben allemaal om een andere reden op latere leeftijd Nederlands geleerd”, vertelt Lisanne. “Bijvoorbeeld omdat het vroeger op school niet lukte, omdat ze hier terecht kwamen door de liefde voor een Nederlandse partner, of omdat ze op de vlucht voor geweld en onderdrukking naar Nederland zijn gekomen. Voor hen allemaal is beheersing van de Nederlandse taal de sleutel om mee te kunnen doen in Nederland. En dat willen ze.”

    “Met het project ‘Wat ben je mooi’, willen we vooroordelen wegnemen en mensen inspireren: Iedereen die moeite heeft met Nederlands, lezen, schrijven, spreken en/of luisteren, werkgevers en collega’s in bedrijven waar deze mensen werken. Mensen met dromen en verlangens die hun best doen om deze in Nederland te verwezenlijken door deel te nemen en bij te dragen aan de maatschappij.”

    Taal op de werkvloer

    Naast Inburgering en Educatie is er de leerroute ‘Taal op de werkvloer’, waar mensen aan deelnemen via hun werkgever. Dit opleidingstraject is erop gericht het taalbegrip te verbeteren van medewerkers die moeite hebben met de Nederlandse taal. Dat kunnen mensen zijn van wie Nederlands niet de moedertaal is, maar ook Nederlanders die het lastig vinden om werkbriefjes in te vullen, het personeelsblad te lezen of mailtjes te schrijven. Behalve vakkennis is namelijk vaktaal belangrijk om goed en veilig te kunnen samenwerken. Praktisch gaat het hierbij om het kunnen begrijpen van hygiëne-, werk- en veiligheidsinstructies (arbo), het samenwerken en de omgangsvormen tijdens het werk met collega’s of met klanten.

    “Werkgevers in de regio erkennen steeds vaker de toegevoegde waarde van onze trajecten”, vervolgt Lisanne. “Ze ervaren in hun bedrijf dat taalvaardigheid ertoe doet, op het werk en daarbuiten. Het uitgangspunt van onze trajecten is dan ook altijd maatwerk en praktische toepasbaarheid. De leerbehoeften van de medewerker(s) zijn het startpunt.”

    Werkgevers die willen weten hoe het precies zit met subsidie voor opleidingen, incompany trainingen en tegemoetkomingen voor individuele medewerkers kunnen contact opnemen met Rivor Volwassenenonderwijs. «

  8. The Economic Board Regio Arnhem NijmegenDreigende waterschaarste vraagt mix van maatregelen

    Leave a Comment

    Schoon water op elk moment en in elke hoeveelheid. Het is vanzelfsprekend. Door klimaatverandering, vervuiling en toenemend verbruik wordt water echter schaars. Ook in Nederland. Hoe pakken we het probleem aan, met al de kennis omtrent water die er in onze regio is.

    Jan van Iersel, voorzitter van het College van Bestuur van Hogeschool Van Hall Larenstein en lid van The Economic Board, en Jan Luijten, Strateeg Slimme Duurzaamheid bij The Economic Board, schetsen het probleem en aanknopingspunten voor een oplossing.

    “Globaal gezien zijn er met water drie problemen”, zegt Van Iersel. “Een teveel, een tekort, te vies. We zien het ook in onze regio. Nederland reguleert via een ingenieus beheersysteem de stand van het grondwater en het oppervlaktewater in het belang van de landbouw, natuur, industrie en voor onze drinkwatervoorziening. Juist in regio Arnhem Nijmegen is waterbeheer voor waterveiligheid ook een belangrijk issue (grote rivieren). Dat systeem hapert door klimaatverandering, de inrichting van ons platteland en steden en onze industriële en agrarische activiteiten.”

    Luijten vult aan: “De bevolking groeit, dus gebruiken we meer drinkwater. De economie groeit en bijgevolg het watergebruik. Drinkwaterbedrijven laten weten dat de drinkwaterbeschikbaarheid in het geding komt. Steeds meer water onttrekken uit de diepe ondergrond is geen duurzame optie. En ja, we kunnen vervuild water geschikt maken voor drinkwater, maar tegen hogere kosten. Ja, we kunnen vervuild water geschikt maken, maar tegen hogere kosten. Teveel water moeten we leren slim op te slaan voor in drogere tijden. Verdroging is tegen te gaan door water langer vast te houden en de bodems gezonder te maken. Huishoudens, de industrie en de landbouw willen ‘water op maat’, namelijk op het moment en in de hoeveelheid en kwaliteit die ze nodig hebben.”

    Mix

    “De oplossing ligt mijns inziens in een slimme mix”, oppert Van Iersel. “Regievoering om vervuiling te voorkomen, technologie ter zuivering, buffering en verspreiding van water naar waar het nodig is”, zegt Van Iersel. “En we moeten ons water anders gaan gebruiken. Waarom spoelen we de wc met drinkwater? Het differentiëren van water in categorieën als drinkwater en schoon water voor overige toepassingen helpt enorm. Het betekent wel dat we een waterinfrastructuur van gescheiden compartimenten inrichten. Dat vraagt commitment van bedrijven, huishoudens en overheden wat betreft de bouw van een fysieke (leiding)structuur, maar ook inzake vergunningverlening en controle.”

    “Gelet op vervuiling is de remedie in principe simpel: voorkom dat zorgwekkende stoffen uit de landbouw, industrie en huishoudens in lucht, water en bodem terechtkomen”, aldus Van Iersel. “Nu maken we water weer geschikt met ‘end of pipe’ oplossingen. Vervuiling voorkomen vraagt wel stringente maatregelen op lokaal, provinciaal, nationaal en Europees niveau.”

    Kennis

    Luijten schetst dat universiteiten en hogescholen oplossingen hebben om wateroverlast, droogte en vervuiling aan te pakken. “De HAN, Van Hall Larenstein, Wageningen University & Research en de Radboud Universiteit doen allemaal onderzoek naar water- en bodemgebruik in relatie tot de klimaatverandering, biodiversiteit, de industrie en de landbouw. Er is veel kennis in de regio, in Nederland en de Zuid Europese landen die al langer met watertekorten geconfronteerd worden. Het delen daarvan en het vertalen naar gezamenlijke projectmatige uitvoering maakt de problematiek zichtbaar en brengt oplossingen naar de praktijk.”

    Van Iersel haakt in en benoemt enkele projecten van het Lectoraat Duurzame Watersystemen, waarbij Van Hall Larenstein met partners onderzoek doet naar het schoonhouden, vasthouden en circulair gebruik van water. “Het Veenweiden Innovatieprogramma Nederland (VIPNL) onderzoekt of natte teelten -zoals lisdodde en riet- een duurzaam alternatief of aanvulling kunnen zijn op de melkveehouderij in veengebieden met hoge waterstanden. Nog een voorbeeld: met het project Kringloopsluiting Nutrienten Stad en Land verkennen we hoe voedingsstoffen uit geconcentreerd toiletwater kunnen worden teruggewonnen voor hergebruik in de landbouw. In het kader van risicomanagement bij klimaatverandering willen we in beeld brengen hoe de boer zicht op de risico’s van klimaatverandering voor het eigen bedrijf krijgt en hoe die te beperken. Wat betreft schoon water door duurzaam bodembeheer brengen we in kaart wat de invloed is van organisch stofbeheer op de afbraak van gewasbeschermingsmiddelen. En hoe we de zuiverende capaciteit van landbouwbodems vergroten zodat de vervuiling van grond- en oppervlaktewater afneemt.”

    Hij vervolgt: “Vanuit ons lectoraat Nature Based River Management zoeken we natuur-gebaseerde oplossingen voor waterveiligheid, droogte, afname van de biodiversiteit en de waterkwaliteit. Zo doen studenten van Van Hall Larenstein onderzoek naar biodiverse dijkbekleding uit baggerslib. Dit is een manier om op een circulaire manier bij te dragen aan waterveiligheid en verbetering biodiversiteit. Hiervoor richten we langs de rand van Voedselbos Elderveld in Arnhem Zuid een veldproef in. Een ander onderzoeksproject betreft een verkenning door studenten naar de mogelijkheden om met Nature Based Solution de river de Linge klimaatrobuuster in te richten. Onder andere Waterschap Rivierenland en de gemeente Lingewaard zijn hier erg in geinteresseerd. Op dit moment verkennen studenten van de Minor Ecohydrologie van Van Hall Larenstein de invloed van nieuwe wetland-natuur en waterberging op biodiversiteit, waterkwaliteit en waterhuishouding in ‘Het Waterrijk’ in Park Lingezegen.”

    Regie

    “De Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen kan een belangrijke regierol spelen in de verbinding naar de praktijk en het uitwerken van een regionaal actieplan”, volgens Luijten. “Gemeenten, provincies, kennis- en onderzoeksinstellingen, beroepsopleiders zullen de aanpak moeten faciliteren. Regionale, lokale en wijkgerichte initiatieven zullen deze transitie moeten dragen.”

    “Een duurzaam watersysteem zal, net als een duurzaam energiesysteem, integraal onderdeel moeten worden bij het ontwerpen en inrichten van bedrijventerreinen en woonwijken. Met innovatienetwerk Lifeport rond Arnhem en Nijmegen, gespecialiseerd in Health, Hightech en Energy beschikken we over een stevig fundament, maar dat moeten we wel ten volle benutten”, sluit Van Iersel af. «

  9. “Matchen op talenten”

    Leave a Comment

    “Goede gesprekken op een laagdrempelige manier“, zo omschrijft de goedlachse Annie van der Aa de speeddates waar ze bij aanwezig was op woensdag 25 september 2024. De speeddates worden elke maand georganiseerd door WSP (WerkgeversServicepunt) Rivierenland en is een mooie manier om met werkgevers en werkzoekenden in contact te komen.

    Annie van der Aa, werkt al vijf jaar als caregiver coördinator bij Home Instead Thuisservice. Home Instead Thuisservice is thuiszorg, maar dan anders. Het accent ligt op persoonlijke aandacht en betekenisvolle ondersteuning. Met aandacht én tijd voor senioren die zo lang mogelijk thuis willen blijven wonen.

    Annie is verantwoordelijk voor het aannemen van caregivers voor de cliënten van Home Instead. “Een CV kan er heel mooi uitzien, maar voor ons is het veel belangrijker wie de persoon is die bij ons op gesprek komt. Onze caregivers werken één op één met de cliënten. Dan is het belangrijk om de goede match te vinden. Als je die match hebt, dan komt daarna het vertrouwen en dat werkt heel fijn.”

    Samenwerking met WSP Rivierenland

    “De samenwerking met WSP Rivierenland is begonnen tijdens de Covid periode. Mensen mochten niet meer naar de dagopvang en bleven dus thuis. Hierdoor steeg bij ons de vraag naar caregivers”, vertelt Annie. “Via mijn netwerk kwam ik bij WSP Rivierenland terecht. Ik vond het contact meteen heel prettig. Mijn adviseur weet wat ik verwacht van een kandidaat en heeft in de tussentijd aan een half woord genoeg. Ze vertelt mij over eventuele subsidiemogelijkheden en ze kent het Rivierengebied heel goed. Dat vind ik echt een pluspunt. Ieder gebied heeft toch zijn eigen inwoners en achtergrond.”

    Advies

    Home Instead is inmiddels een vast gezicht op de Speeddates van WSP Rivierenland. “Werkzoekenden weten ons steeds meer te vinden tijdens de speeddates. Sommigen zijn al ingelicht door een werkcoach en anderen hebben al bij ons op de website gekeken. Ik merk dat het aantal werkzoekenden dat bij ons langskomt groeiende is en dat mensen expres langskomen om vrijblijvend in gesprek te gaan.”

    Als we vragen naar advies voor werkgevers die nog op zoek zijn naar personeel zegt Annie lachend:

    “Het belangrijkste is om je open te stellen en zonder een mening vooraf het gesprek aan te gaan. Er is best veel mogelijk: laat je informeren over welke mogelijkheden er zijn. Misschien zijn er subsidies waar je gebruik van kunt maken? En ga eens meedoen aan de Speeddates!

    Speeddates

    De eerstvolgende Speeddates vinden plaats op woensdag 30 oktober van 14:00 tot 16:00 uur bij de Gelderlandfabriek in Culemborg. Ben je werkgever en heb je interesse om hieraan deel te nemen? Geef je dan op via de website van WSP Rivierenland. Liever eerst meer informatie? Neem dan contact op via info@wsprivierenland.nl of bel naar het telefoonnummer: 088 9375 199. «

  10. Wij zijn ULTEAM. ULTEAM in arbeidsrecht.

    Leave a Comment

    Patricia Weijmans en Marieke Hulstijn zijn ervaren advocaten, maar beginnende ondernemers. Sinds 1 februari 2024 hebben zij hun eigen advocatenkantoor in het Journey Offices gebouw aan het Velperplein in Arnhem. Een hele fijne werkplek in de bruisende binnenstad van Arnhem. De advocaten van ULTEAM advocaten zijn (inmiddels) echte Arnhemse meisjes. Patricia is in Arnhem geboren en getogen, Marieke is na haar studie vanuit Groningen naar Arnhem verhuist om bij Dirkzwager Legal & Tax te gaan werken. Voordat Patricia en Marieke samen ULTEAM advocaten begonnen, waren ze bijna zes jaar collega’s en kamergenoten. Ze weten dus heel goed wat ze aan elkaar hebben.

    ULTEAM advocaten is gedreven, ervaren, praktisch, betrokken, betrouwbaar, persoonlijk, no-nonsense en oplossingsgericht. Wij vormen, zowel met elkaar als met onze cliënten, het ultieme team. Dat is onze kracht, dat is ULTEAM advocaten. Wij onderscheiden ons door onze persoonlijke benadering. We zijn iedere keer weer trots als ondernemers of particulieren een kwestie aan ons toevertrouwen. We hechten grote waarde aan het opbouwen van zinvolle relaties. Daarbij hoort uiteraard dat wij een goede relatie opbouwen en onderhouden met onze cliënten. Met onze cliënten werken we toe naar het beste resultaat, waarbij we verder kijken dan alleen de juridische (on)mogelijkheden.

    Wij zijn gespecialiseerd in het arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht. Wij helpen onze klanten met alle arbeidsrechtelijke onderwerpen, zoals (langdurige) arbeidsongeschiktheid, disfunctioneren, ontslag en reorganisaties. Wij kunnen de ultieme sparringpartner zijn, maar we kunnen ook alles uit handen nemen. Ook hebben we ervaring met interim opdrachten, in verschillende vormen. Wij hebben vaak korte lijnen met HR managers, HR adviseurs, bedrijfsjuristen en casemanagers. Onze adviezen zijn praktisch en oplossingsgericht, zodat je hiermee snel verder kunt. Waar mogelijk proberen wij lange juridische trajecten te voorkomen. Arbeidsrecht gaat over échte mensen en organisaties en iedere situatie is anders, dus wij streven naar maatwerk. Voor wat betreft het sociaal zekerheidsrecht helpen wij ondernemers vooral als werknemers in de Ziektewet of WIA belanden. Het UWV kampt met enorme tekorten waardoor er regelmatig iets mis gaat. Het is dan belangrijk om beslissingen van het UWV goed te laten controleren. Daarmee kan veel geld worden bespaard. Ook geven wij regelmatig in-house trainingen en kennissessies over onderwerpen gerelateerd aan het arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht.

    Voor veel ondernemingen zijn wij al een ‘huisadvocaat’, onze klanten weten wat ze aan ons hebben. Benieuwd naar wat wij voor jouw organisatie kunnen betekenen? Neem dan contact met ons op en kom een ULTEAMe kop koffie drinken om kennis te maken. Afhankelijk van de behoefte, kunnen wij onze dienstverlening op maat maken. «

Zoeken naar: